Het energiezuinige laboratorium- en kantoorgebouw Matrix One in Amsterdam is onlangs opgeleverd door MVRDV. Het gebouw is ontworpen op flexibiliteit en beschikt over een demontabele constructie. Hierdoor is meer dan 90% van de bouwmaterialen her te gebruiken.
Matrix One is het grootste van zeven gebouwen die samen het Matrix Innovation Center vormen in het Amsterdam Science Park. In het park werken wetenschappers en ondernemers samen aan duurzame oplossingen voor huidige en toekomstige problemen.
Het 13.000 vierkante meter tellende interieur is verdeeld over zes verdiepingen en biedt onderdak aan een mix van laboratoria en kantoren voor tech- en duurzaamheidsbedrijven zoals Qualcomm, Photanol en Skytree. Het is ook ontworpen als het sociale centrum van de omliggende campus en beschikt over een grote “sociale trap” met meerdere zitjes en tafels voor informele vergaderingen en koffiepauzes. Andere opmerkelijke ontwerpelementen voor het interieur zijn groene muren en een afwerking met zachte vilt om geluidsweerkaatsing te verminderen. Een ruim centraal atrium wordt natuurlijk verlicht met grote dakramen. Elders op de begane grond bevinden zich een restaurant, een bar en een auditorium met 100 zitplaatsen.
MVRDV heeft kosten noch moeite gespaard om ervoor te zorgen dat Matrix One indien nodig opnieuw kan gedemonteerd en hergebruikt. Zo zijn schroeven en bouten om het gebouw aan elkaar te bevestigen makkelijk bereikbaar en zijn de luchtkanalen vrij gelaten voor onderhoud. Alle binnenwanden kunnen verplaatst of verwijderd worden, waardoor verschillende lay-outs mogelijk zijn naarmate de wensen veranderen. Cruciaal is het dat er een online materialendatabase is gebruikt om de ongeveer 120.000 gebouwonderdelen en hun (her)bruikbaarheid bij te houden voor toekomstig gebruik.
Matrix One bood MVRDV een uitstekende gelegenheid om een aantal CO2-reductiestrategieën te testen. Het gebouw is momenteel state-of-the-art, maar dat begrip is ook aan verandering onderhevig. Daarom hebben MVRDV zowel de binnenruimtes als de bijbehorende technische installaties zo flexibel mogelijk gemaakt; kantoren kunnen eenvoudig worden omgebouwd tot laboratoria en vice versa, en laboratoria kunnen eenvoudig worden uitgebreid met nieuwe systemen om te voldoen aan veranderende standaarden. In de komende decennia, als het gebouw niet meer hypermodern is, zal het een bron worden om materialen uit te oogsten voor andere gebouwen.