Om de onafhankelijkheid en duurzaamheid van Nederland te waarborgen, is het belangrijk dat onze economie gaat draaien op herbruikbare grondstoffen. Het Nationaal Grondstoffenakkoord, dat begin dit jaar werd ondertekend door 180 publieke en private partijen, maakt afspraken rondom dit thema concreet.
Namens het kabinet tekenden minister Henk Kamp van Economische Zaken en staatsecretaris Sharon Djiksma van Infrastructuur & Milieu. Het Nederlandse bedrijfsleven werd vertegenwoordigd door Hans de Boer (VNO-NCW) en Michaël van Straalen (MKB-Nederland).
Kamp stelde tijdens het ondertekenen dat er kansen zijn voor de Nederlandse economie door kostenbesparingen en het ontstaan van een nieuwe maakindustrie. “Een circulaire economie is niet alleen goed voor ons klimaat, maar levert ook inkomsten en banen op. Onderzoek laat zien dat tot 2023 de circulaire economie in Nederland goed is voor een marktwaarde van € 7,3 miljard per jaar en 54.000 banen. Kansen dus volop in het bedrijfsleven en dat geldt niet in het minst voor de bouwwereld. Deze nog altijd relatief conservatieve industrie krijgt op deze manier volop kansen om de handschoen op te pakken.”
Staatssecretaris Sharon Dijksma van Milieu haalde aan dat we anders moeten leren denken over grondstoffen en afval. “We moeten af van de wegwerpcultuur. Al bij het ontwerp moeten we bedenken hoe we grondstoffen opnieuw kunnen gebruiken.”. Het kabinet wil het gebruik van grondstoffen in 2030 al hebben gehalveerd.
Het Nationaal Grondstoffenakkoord bouwt voort op het plan, in september door het kabinet gepresenteerd, om de omslag naar een circulaire economie te bevorderen. Binnen korte tijd moeten op de onderwerpen biomassa, voedsel, kunststoffen, maakindustrie, bouw en consumptiegoederen concrete plannen worden voorgesteld. Daarbij worden specifieke stappen omschreven, die gezet moeten worden om te komen tot een circulaire economie in 2050.
Bink Industrial/Lune is een van de maakbedrijven die het Grondstoffenakkoord ondertekende. De specialist in metaalbewerking en afvalsystemen houdt zich al langer bezig met circulariteit. Op de website wordt er zelfs een speciale pagina aan gewijd: “Ons streven is om producten, onderdelen en grondstoffen/materialen zo hoogwaardig mogelijk te hergebruiken. Daarbij stimuleren we ontwerpers en fabrikanten om anders – meteen al circulair – te kijken naar design en productie. Dan wordt het vaak relatief eenvoudig om een product te upgraden en te repareren, waardoor het gegarandeerd futureproof is.”
Directeur en eigenaar van Brink Industrial Wido den Bosch gelooft heilig in een circulaire economie en richtte daarom een paar jaar geleden de bedrijfstak Lune op waarmee hij zelf afvalsystemen is gaan produceren. “Het beleid van de overheid is: van afval naar grondstof. Het begint dus met het inzamelen van afval. Wij staan met onze afvalsystemen en afvalbakken aan het begin van die lijn.”
Van den Bosch stelt dat circulariteit noodzakelijk is omdat alle grondstoffen eindig zijn. “Staal is nu misschien nog niet zo eindig, maar dat komt ook een keer. Het is dus belangrijk dat we spaarzaam omgaan met onze grondstoffen.” Lokaal ondernemen is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle circulaire economie. “Als je circulair bezig wilt zijn, moet je producten niet terugsturen naar China voor een reparatie of refurbishment. Dan is je footprint veel te groot. Nieuwe systemen moeten juist zoveel mogelijk lokaal zijn zodat je dicht op de markt zit en je geen onnodige transportbewegingen maakt.”
Ook kleine bedrijven kunnen volgens Van den Bosch bijdragen aan een circulaire maakindustrie. “De belangrijkste les die ik heb geleerd na 2,3 jaar circulair inkopen is gewoon doen. Begin gewoon. Het is echt niet nodig om iets meteen 100% circulair te maken. Als een product 50% circulair is, heb je al heel veel gedaan. Belangrijk is wel dat je het onderdeel maakt van de visie en de strategie van het bedrijf. Het maakt niet uit of je in de metaal of het kunststof zit, het is altijd zinvol om ernaar te kijken. Maak het praktisch en bekijk welke skills je al kan toevoegen. Dan zie je vanzelf de aanknopingspunten voor jouw bedrijf.”
Bron: Rijksoverheid
Door: Kelly Bakker