De nog te bouwen elektrolyser heeft een vermogen van minimaal 50 megawatt. Afhankelijk van verdere regelgeving en markontwikkelingen is verdere opschaling mogelijk. De elektrolyser wordt rechtstreeks aangesloten op RWE-windpark Westereems. Hierdoor is de productie van groene waterstof verzekerd en is het ontlasten van het elektriciteitsnet mogelijk. Met de geproduceerde groene waterstof kan over de totale levensloop meer dan 250.000 ton CO2 uitstoot worden vermeden.
De industrie moet vergroenen. Daarbij is betaalbare groene waterstof hard nodig. RWE heeft nauwe contacten met chemische bedrijven zoals Evonik die willen investeren in het verduurzamen van hun bedrijf. Robert Katzer, hoofd Strategische Marketing bij Evonik Active Oxygens: “Wij willen volledig klimaatneutraal zijn in 2040. Dit houdt in dat we fossiele brandstoffen zoals gas gaan vervangen door hernieuwbare energiebronnen zoals groene waterstof. Daarom is het belangrijk om samen met deskundige aanbieders zoals RWE de mogelijkheden te verkennen om de beschikbaarheid van groene waterstof uit te breiden.”
Een ander bedrijf dat groene waterstof wil inzetten is BioMCN .Het bedrijf is producent van (bio)methanol en onderdeel van OCI N.V. Ook zij willen met groene waterstof hun bedrijfsprocessen verder verduurzamen. Zo willen ze groene E-methanol produceren, voor onder andere duurzame scheepvaart. In 2020 ondertekende RWE al een intentieverklaring met OCI N.V. over de toekomstige levering van groene waterstof aan productielocatie BioMCN, als belangrijke bijdrage aan de economische haalbaarheid van het Eemshydrogen-project.
Provincie Groningen verleende de omgevingsvergunning die nodig is voor de bouw van de elektrolyser. Het wil net als RWE koploper worden op het gebied van waterstof in Europa. Hynetwork Services, een 100% dochteronderneming van de N.V. Nederlandse Gasunie, is verantwoordelijk voor de zogeheten waterstofbackbone. Dit is een netwerk van ondergrondse buizen die onder andere industrieën, waterstofopslagen, productielocaties in Nederland en de ons omringende landen met elkaar verbindt.
Er is niet alleen snelle aansluiting op de waterstofbackbone nodig. Ook moet er subsidie komen om het financiële gat tussen grijze en groene waterstof te dichten en zodoende het project economisch rendabel te maken. De overheid werkt hard aan mechanismen daarvoor. Een snelle openstelling hiervan is cruciaal voor het laten slagen van het project.
Noord-Nederland is door de Europese Commissie uitgeroepen tot Europa’s eerste Hydrogen Valley. RWE is vastbesloten om hier een actieve rol te spelen in de ontwikkeling van de waterstofeconomie. Het kan het Eemshavengebied ontwikkelen tot één van de meest toonaangevende energie- en waterstofhubs in Noordwest-Europa. Dit is mogelijk door slimme technieken en oplossingen te combineren. Denk daarbij aan deze elektrolyser, de bestaande RWE Eemshavencentrale en de Magnumcentrale, die eind september wordt overgenomen van Vattenfall.
Als onderdeel van de tender voor het offshore windpark Hollandse Kust West VII, wil RWE ook elektrolysers bouwen met een totale capaciteit van 600 megawatt. Zo ondersteunt RWE actief de decarbonisatie van de industrie. Tegelijkertijd geeft dit de provincie Groningen een stevige positie binnen de Nederlandse waterstofeconomie.
Naar verwachting zal RWE begin volgend jaar een definitieve investeringsbeslissing nemen voor het project, waarna in 2025 de productie van groene waterstof kan beginnen. Naast het project Eemshydrogen werkt RWE ook aan de ontwikkeling van onshore en offshore waterstofprojecten. Voorbeelden zijn H2opZee, NortH2 en FUREC, die allen bijdragen aan het koolstofvrij maken van de industrie