Ampyx Power introduceert een geheel nieuwe manier van energieopwekking: een onbemand zweefvliegtuig! Met een spanwijdte van 12 meter trekt het vliegtuig ‘achtjes’ in de lucht en oogst zo de windenergie. Alsof je een grote vlieger aan een kabel oplaat en de trekkracht van die vlieger omzet in energie. Ze noemen het een Airborne Wind Energy Systeem. We spotten ze op het evenement beurs Robobusiness in het World Forum in Den Haag.
“In de hogere luchtlagen in een veel constantere, maar ook een veel hardere wind. En daar kan een conventionele windturbine niet komen. Met onze oplossing heb je met veel minder inspanning en veel lagere kosten een veel efficiëntere manier van windenergie.” In 2018 moeten de eerste ‘echte’ vliegtuigen de lucht ingaan, zo vertelt Kevin Rand van Ampyx Power. En het eerste contract is er. Vlak voor het evenement heeft energiemaatschappij E.ON een opdracht gegeven nadat de ontwikkeling voornamelijk door crowdfunding werd gerealiseerd. E.ON is al zo’n twintig jaar bezig met windenergie en de oudste turbines zijn aan vervanging toe. Het bedrijf ziet in deze nieuwe technologie de volgende stap.
Oprichter Richard Ruiterkamp begon al in 2004 als student te werken aan het idee. Gestimuleerd door Wubbo Ockels ontwikkelde hij een PowerPlane, op basis van het principe dat je stroom op kunt wekken met een vlieger. Inmiddels heeft hij aangetoond dat het principe werkt. Een zweefvliegtuig is met een kabel verbonden aan een generator. Tijdens het vliegen ‘trekt’ het vliegtuig hard aan de kabel die daardoor de energie opwekt. De krachten die op de kabel worden uitgeoefend, zijn natuurlijk enorm. En de kabel moet tijdens het stijgen en landen strak blijven staan. De kabel is daarvoor met een lier bevestigd aan de generator. Het systeem werkt geheel onbemand, inclusief het stijgen en landen. Sensoren meten de aanwezige wind en het systeem bepaalt – als een heuse automatische piloot – of die voldoende is voor een vlucht en kiest er in dat geval voor om op te stijgen. Volledig automatisch.
Op een testlocatie in Ierland worden uitgebreide testvluchten uitgevoerd. Er wordt gewerkt aan een commercieel inzetbaar systeem met een spanwijdte van 28 meter dat 2 MW kan opwekken, vergelijkbaar met de opbrengst van een flinke windmolen. De ‘vliegers’ zullen veelal ingezet kunnen worden op dezelfde soort locaties als waar nu windmolenparken staan. In dunbebouwde gebieden of op drijvende platformen op zee. Mocht de kabel breken, dan rolt de lier de kabel versneld in en landt het vliegtuig op de automatische piloot. Veiligheid voor alles.
Ampyx Power vervangt grote hoeveelheden beton en staal met state-of-the-art technologie. Een zweefvliegtuig met een capaciteit van 2 MW weegt zo’n 10.000 kilo, terwijl een 2 MW windmolen inclusief mast richting de 300.000 kilo gaat. Dat scheelt toch een flink beetje. De bedoeling is dat een park met zo’n 100 vliegtuigen wordt aangestuurd door een SCADA-systeem, zoals nu ook gebruikt wordt bij conventionele windmolenparken. De vliegtuigen moeten natuurlijk ook onderling gecoördineerd vliegen. Daarvoor zorgt een radargestuurd systeem, gecombineerd met satellietinformatie waarmee bovendien risico- en onderhoudsinformatie wordt gegenereerd. De vliegtuigen worden in groepen gesynchroniseerd zodat ze tussen de 400 en 500 meter van elkaar kunnen opereren zonder elkaar te hinderen.
De certificeringstrajecten met de European Aviation Safety Agency zijn in volle gang. Alle prototypes voldoen aan de veiligheidsnormen die zelfs aan de burgerluchtvaart gesteld worden. Het bedrijf werkt met de luchtvaartautoriteiten samen aan regulering voor de inzet. De toestellen vliegen op een hoogte tot maximaal 450 meter, waardoor de hinder voor de kleinere luchtvaart beperkt is. Wereldwijd zijn er zo’n 50 bedrijfjes bezig met deze technologie, waaronder het door Google ingelijfde Makani. Daar zijn de middelen natuurlijk in iets ruimere mate voorhanden dan bij Ampyx Power, maar de voorsprong die de Nederlandse start-up heeft, 2 MW ten opzichte van 650 kW van Makani, lijkt significant. Ampyx werkt met subsidie en crowdfunding en ze zoeken nog investeerders!
Door: Janet Kooren