Het European Space Agency (ESA) kiest voor de TANGO-satellieten van Nederlandse makelij voor het monitoren van de uitstoot van broeikasgassen op aarde. De satellieten zijn de opvolger van TROPOMI en kunnen naast methaan (CH4) ook koolstofdioxide (CO2) en stikstofdioxide (NO2) meten.
Allerlei faciliteiten op aarde kunnen broeikasgassen uitstoten, zoals energiecentrales, kolencentrales, vuilnisbelten en fabrieken. TROPOMI is een satelliet die al ruim zes jaar wereldwijd het broeikasgas methaan opspoort. Het kan daarbij zo’n 5% van de bronnen van deze uitstoot in beeld brengen.
De TANGO-satellieten zijn nog in ontwikkeling en moeten een aanzienlijk beter beeld geven van bronnen van uitstoot. Zo moeten de satellieten driekwart van de bronnen in kaart brengen. Daarnaast moeten de satellieten niet alleen CH4 kunnen meten, maar ook NOX2 en CO2. Belangrijk, aangezien CO2 wereldwijd goed is voor de grootste uitstoot van broeikasgassen.
Pepijn Veefkind, werkzaam bij het KNMI en co-wetenschappelijk lead van de TANGO-missie: “Met deze missie brengen we broeikasgasuitstoot in kaart en maken we zichtbaar wat onzichtbaar is. We gaan een nieuw tijdperk in waarin niet alleen maar gemeten wordt op grote schaal, maar waar het ook duidelijk wordt wie dat doet en dat is belangrijk in de mondiale uitdaging om broeikasgassen sterk omlaag te brengen.”
De TANGO-satellietmissie moet gaan fungeren als een soort ‘vergrootglas’. Andere satellieten identificeren plekken als interessant, waarna TANGO deze locaties onder de loep neemt. Het meet de exacte uitstoot en verstrekt hierover nauwkeurige data. Deze gegevens helpen overheden, wetenschappers en bedrijven bij het verifiëren van de opgegeven uitstoot van partijen. En maakt het mogelijk te controleren of partijen klimaat- en milieuregels naleven, en maatregelen te nemen voor het terugdringen van de emissie.
In de praktijk bestaat TANGO uit twee satellieten, die achter elkaar vliegen. TANGO staat voor Twin Anthropogenic Greenhouse Gas Observers. Het meetsysteem biedt een ruimtelijke resolutie van ongeveer 300 meter bij 300 meter. Indien nodig kunnen de satellieten meermaals per week op dezelfde bronnen van uitstoot worden gericht, om zo de uitstoot van een specifieke locatie nauwkeurig in kaart te brengen. Zo maakt TANGO onder meer trends inzichtelijk. Denk daarbij aan geografische verspreiding van uitstoot, variaties in emissies en de impact van reductiemaatregelen.
De satellieten maken gebruik van de compacte Spectrolite-instrumenten van TNO. Deze bieden een ruimtelijke resolutie die voldoende is voor het meten van emissies. Tegelijkertijd kunnen zij op een gestandaardiseerd nanosatellietplatform van minder dan 20 kilogram worden gemonteerd. Ter vergelijking: een traditioneel satellietsysteem weegt al snel honderden kilogrammen. TNO meldt dat deze eigenschap onder meer tijd en geld bespaart, aangezien er geen speciaal aangepast satllietplatform gebouwd hoeft te worden.
De ontwikkeling van TANGO is onder meer mogelijk dankzij een extra financiering van Ministeries van Economische Zaken & Klimaat en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2022 in het aardobservatieprogramma van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Deze investering faciliteert nieuwe toepassingen op het gebied van emissiemonitoring.
De lancering van de TANGO-missies staat voor begin 2027 op de planning. Satellietbedrijf ISISPACE ontwikkelt de satellietplatformen voor de missie, en neemt daarnaast de dagelijkse operatie van de missie op zich. ISISPACE leidde eerder een consortium bestaande uit TNO, het KNMI, het nationale expertise-instituut voor ruimteonderzoek SRON en 3D-printbedrijf 3D PLUS. De partijen ontwikkelde samen de TANGO-satellietmissie, en toonde de haalbaarheid van het project aan gedurende een traject van acht maanden.
Jeroen Rotteveel, CEO van ISISPACE: “Met TANGO gaat ons bedrijf wetenschappelijke data als dienst leveren aan ESA, met Nederlandse instrumentatie op Nederlandse satellieten. Op deze innovatieve manier, die ook in de VS steeds meer aan populariteit wint kunnen Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en de overheid via een satellietmissie een wezenlijke bijdrage leveren aan de klimaatopgave.”
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: TNO