Een subsidie van ruim 1,2 miljoen euro wordt beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van de Aenose. Deze intelligent elektronische neus kan in uitgeademde lucht de maagbacterie Helicobacter pylori (H. pylori) opsporen. Deze bacterie kan in het ergste geval kan leiden tot maagkanker.
H. pylori is een bacterie die zich in de maag nestelt en hier voor ernstige problemen kan zorgen. Zo tast de bacterie de maagwand aan, wat kan leiden tot maagzweren. In het ergste geval kan de bacterie echter ook tot maagkanker leiden. De bacterie is snel en effectief te bestrijden met antibiotica.
Om deze behandeling mogelijk te maken moet de aanwezigheid van de bacterie in de maag echter wel eerst worden vastgesteld. Hiervoor zijn al langer methodes beschikbaar, onder meer door bloed of ontlasting te onderzoeken. De Aenose maakt dit proces nauwkeuriger, sneller en minder invasief. De Aenose is een elektronische neus ontwikkeld door het Zutphense bedrijf eNose.
De Aenose maakt gebruik van kunstmatige intelligentie om in uitgeademde lucht indicatoren te ontdekken die wijzen op de aanwezigheid van H. pylori. Patiënten die deze bacterie bij zich dragen hebben een ander ademprofiel dan patiënten die niet met de bacterie te maken hebben. André Elands, directeur van eNose, legt uit: “Om de ontwikkeling van dit product voort te zetten is een groot aantal patiënten nodig, evenals een neuraal netwerk dat grote hoeveelheden data kan verwerken. Dit leidt tot een algoritme dat indiceert of een persoon deze bacterie in zijn maag heeft. Het is een zelflerend systeem; het wordt slimmer en beter door meer data en intensief gebruik. We hebben op dit moment ongeveer 30.000 ademprofielen voor verschillende afwijkingen beschikbaar. Specifiek voor de analyse van H. pylori beschikken we al over meer dan 500 profielen. Om een betrouwbare klinische test zeker te stellen, analyseren we in dit project de ademprofielen van 2.000 mensen.”
Hoogleraar Peter Siersema, als gastro-enteroloog verbonden aan het Radboud UMC, wijst op het verschil met bestaande ademtesten. “Er zijn ademtesten waarbij mensen ureum innemen. H. pylori houdt van ureum en ‘eet’ dit onmiddellijk op. De karakteristieke afvalstoffen van die bacteriële maaltijd kan vervolgens worden gemeten in de uitgeademde lucht. Dit is echter een laboratiumaanpak, waarbij radioactieve materialen komen kijken”, noemt Siersema als voorbeeld.
Een andere aanpak kijkt naar de aanwezigheid van antistoffen in het bloed. Ook deze aanpak kent echter nadelen “Direct na de infectie zijn er nog geen antistoffen aanwezig in het bloed. Deze kunnen later worden gedetecteerd, maar je wilt uiteraard zo snel mogelijk vaststellen of de bacterie aanwezig is. Dit is dan ook geen ideale test”, aldus Siersema. Dat geldt volgens de hoogleraar ook voor het detecteren van H. pylori in ontlasting. “Dit is een zeer bewerkelijke methode, waarbij naar genetisch materiaal van de bacterie wordt gezocht. Ook deze aanpak kent nadelen.”
Uitgeademde lucht is volgens Siersema veel beter geschikt om de bacterie op te sporen. “Gas ontsnapt altijd aan de maag, bijvoorbeeld als je een boer laat. Allerlei soorten bloedgassen worden vrijgegeven in de longen. Deze gassen worden door het bloed opgepikt in het lichaam en afgegeven in de longen. Uitgeademde lucht kan dan ook de staat van ons lichaam aantonen.”
Een consortium dat betrokken is bij de ontwikkeling van de Aenose krijgt vanuit het Europese subsidieprogramma OP Oost een subsidie van ruim 1,2 miljoen euro toegekend. Naast eNose zijn bij dit consortium ook de bedrijven Auxzenze, Next Generation Technology en Medlon betrokken. Daarnaast nemen het Radboud UMC, Isala Ziekenhuis en Bernhoven Ziekenhuis deel aan het consortium.
De financiering wordt gebruikt om de ontwikkeling en klinische toepassing van de Aenose voort te zetten. Met behulp van het opgehaalde geld wil het consortium het product op de markt brengen.
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Radboud UMC