Twee Nederlandse bedrijven, SeaOwls BV en Ulstein Design & Solutions BV, hebben een nieuw hefschip voor de offshore windindustrie ontwikkeld. Het scheepsontwerp heet de SOUL en is volgens de ontwikkelaars een echte ‘game changer’.
Door het gepatenteerde ontwerp van de SOUL (de naam is een combinatie van SeaOwls en Ulstein) krijgen energiemaatschappijen de mogelijkheid om grotere en efficiëntere windturbines op zee te installeren.
Ulstein is al jarenlang actief met scheepsontwerpen voor de offshore windindustrie en zag dat de bestaande hefschepen voor de installatie van windturbines aan de grens zitten van wat economisch haalbaar is. Kosteneffectiviteit was daardoor nauwelijks meer te realiseren. Vanuit de markt, onder andere van turbineleveranciers, energiemaatschappijen en aannemers, kwam steeds vaker de vraag naar verdere kosteneffectiviteit door schaalvergroting.
Ulstein en SeaOwls hebben hun kennis bij elkaar gebracht en gekeken naar wat het meest ideale hefschip zou zijn om dit te realiseren. Wat daaruit kwam was een ‘grote vierkante tafel met de poten zover mogelijk in de hoek’. Technisch gezien is dit echter niet mogelijk; een vierkant vaart niet lekker door het water. Daarom lieten de bedrijven de ‘tafel’ 45 graden draaien zodat er een natuurlijke boegvorm voor een zelfvarend schip ontstond, een soort ruit.
Een ogenschijnlijk simpele aanpassing, maar wel een die veel operationele- en kostenvoordelen met zich meebrengt. “Kijkende naar de markt zagen we dat de huidige kraanhefschepen aan hun limiet beginnen te komen qua grootte”, vertelt Nick Wessels van Ulstein. “De grens ligt nu bij het installeren van windturbines van 6 tot 8 megawatt. We hebben goed gekeken naar de verhouding tussen wat een schip kan meenemen aan lading en wat het aan eigen gewicht omhoog moet hijsen om op zijn poten terecht te komen. Hoe lichter het schip is ten opzichte van wat hij aan lading mee kan nemen, hoe beter. Door de toepassing van een kruisvormig structureel hoofdverband is het ontwerp meer dan 10% lichter dan bestaande hefschepen, terwijl het laadvermogen groter is. Mede door de grote hijskraan kan dit schip windturbines van 10 tot 12 MW installeren. Doordat de poten op de centerline staan, kan je met de kraan leuke dingen doen. We hebben een constructief structureel andere oplossing verzonnen waardoor we gewicht konden sparen maar de krachten beter konden verdelen.”
Voor het nieuwe hefschip zijn geen nieuwe productietechnologieën gebruikt, aldus Wessels. “Alles wat in de SOUL zit, is bestaand. De romp is groter maar bestaat al wel. Intern is gewoon laswerk toegepast, er zitten rechte balken in. Ook het hefmechanisme is niet nieuw. Maar de combinatie van hoe alles bij elkaar wordt toegepast is wel nieuw. Met name het structurele hoofdverband en de vorm zijn vernieuwend.”
De eerste potentiële afnemers die een voorproefje hebben gekregen van het hefschip reageren positief. “De enige opmerking die we hebben gekregen is over de breedte van het schip. We hebben nu gekozen voor de grootste unit, maar de kapiteins die ermee hebben gevaren, hebben laten weten dat ze hem de havens in kunnen krijgen waar ze moeten zijn. We denken dat de SOUL de industrie echt weer verder kan brengen.”
Dankzij de grootte van het schip zou het ontwerp kunnen bijdragen aan subsidievrije windenergie, zo stelde Ulstein eerder. “In de offshore windenergiemarkt is alles gericht op kostenreductie en prijs per kilowattuur. Als je met twee windturbines het vermogen kunt behalen waar er nu drie voor nodig zijn, dan heeft dat een enorme impact.” Hij verwacht dat de ‘nieuwe generatie windturbines per 2020 de markt op komen.
De SOUL ontwerpserie zal verschillende groottes kennen voor het vervoer en plaatsing van 3 tot 6 wind turbines van elk 10-12MW.
Foto’s: Ulstein Design & Solutions BV
Door: Kelly Bakker