In 2017 werd een voormalige, super-aerodynamische racecatamaran omgebouwd tot een drijvend laboratorium om te beginnen aan een zesjarige missie om 50 landen en 101 havens te bezoeken. De aandrijving van het schip wordt gerealiseerd met een combinatie van hernieuwbare energiebronnen. Het nieuwe brandstofcelsysteem van Toyota werd daarmee voor het eerst ingezet voor maritieme toepassingen.
Toyota is vanaf het begin voorstander geweest van het wereldwijde nul-emissie-experiment. De elektrisch aangedreven ‘Energy Observer’ gebruikt een mix van waterstof geproduceerd uit zeewater, wind en zonne-energie. De catamaran vertrok in juni 2017 vanuit de haven van Saint-Malo in Frankrijk en is nu ongeveer halverwege de geplande missie. Inmiddels zijn zo’n 18.000 zeemijlen afgelegd.
De Energy Observer is 31 meter lang, 13 meter breed en weegt 34 ton. De gemiddelde snelheid bij elektrische voortstuwing bedraagt circa 4-5 knopen. Dit kan oplopen tot 8 knopen wanneer ook gebruik worden gemaakt van windenergie. Het schip telt acht bemanningsleden en heeft tot nu toe 25 landen en 48 havens bezocht.
De brandstofceltechnologie die bij het schip is toegepast, is ontwikkeld door Toyota’s Technical Center Europe. De onderdelen hiervan werden voor het eerst ingezet in Toyota Mirai, een elektrische sedan met brandstofcel. Naast deze waterstofauto wordt de techniek inmiddels ook ingezet voor bussen en vrachtwagens. Het herontwerpen en bouwen van de bestaande compacte module nam nog geen zeven maanden tijd in beslag.