maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Lijm gemaakt van veren

Lijmen zijn bijna altijd gebaseerd op fossiele grondstoffen zoals ruwe olie. Fraunhofer-onderzoekers hebben nu een proces ontwikkeld waarmee de biogebaseerde grondstof keratine kan worden gebruikt. Deze krachtige eiwitverbinding komt bijvoorbeeld voor in kippenveren. Verschillende lijmen voor verschillende toepassingsgebieden zijn mogelijk.

Lijmen zijn bijna overal aanwezig: in sportschoenen, smartphones, vloerbedekking, meubels, textiel en verpakkingen. Zelfs de voorruit van auto’s wordt gelijmd. Experts kennen meer dan 1.000 verschillende lijmsoorten. Deze lijmen bijna elk denkbaar materiaal aan elkaar. Lijm weegt niet veel en is daarom geschikt voor lichtgewicht constructies. Bovendien trekken gelijmde oppervlakken niet krom omdat de druk gelijkmatig wordt verdeeld, in tegenstelling tot schroefverbindingen. Lijm roest niet en dicht af tegen vocht. Daarnaast zijn oppervlakken die met lijm zijn verbonden minder gevoelig voor trillingen. En lijmen zijn goedkoop en relatief eenvoudig om mee te werken.

Veren van pluimveevleesproductie

Tot nu toe werden lijmen bijna altijd geproduceerd uit fossiele grondstoffen zoals ruwe olie. Het Fraunhofer Institute for Interfacial Engineering and Biotechnology IGB pakt het nu anders aan. De onderzoekers gebruiken veren als uitgangsmateriaal in plaats van ruwe olie. Veren hopen zich op als afval tijdens de productie van pluimveevlees. Ze worden vernietigd of gemengd in diervoeder. Veren zijn echter veel te goed voor afval, omdat veren het structurele eiwit keratine bevatten. Dit biopolymeer wordt door dieren gevormd voor klauwen, hoeven en veren. De vezelstructuur zorgt voor een hoge sterkte.

Bij het Fraunhofer CBP werd het proces opgeschaald en werden enkele kilo’s kippenveren verwerkt (foto: Fraunhofer CBP)

Keratine voor de productie van kleefstoffen

Keratine is een milieuvriendelijke stof omdat het biologisch afbreekbaar is. Door zijn structuur heeft het ook eigenschappen die het bijzonder geschikt maken voor de productie van kleefstoffen. De polymeerstructuur in combinatie met de eigenschap om via functionele groepen crosslinkingreacties aan te gaan, maakt keratine voorbestemd voor de productie van allerlei soorten lijmen. “De eigenschappen die nodig zijn voor lijmsoorten zijn tot op zekere hoogte al aanwezig in het uitgangsmateriaal. Ze hoeven alleen maar te worden blootgelegd, gemodificeerd en geformuleerd,” legt projectmanager Dr. Michael Richter uit.

KERAbond

In het KERAbond-project “Speciality chemicals from tailor-made functional keratin proteins” staat Kera voor keratine en het Engelse woord bond voor binding . In dit project heeft Fraunhofer IGB de afgelopen drie jaar samengewerkt met Henkel AG & Co. KGaA, gespecialiseerd in de kleefstoffensector.
De projectpartners hebben een nieuw proces ontwikkeld en geoptimaliseerd. In de eerste stap worden de door het slachthuis geleverde veren gesteriliseerd, gewassen en mechanisch versnipperd. Daarna volgt een enzymatisch proces waarbij de lange-keten polymeren of eiwitketens via hydrolyse worden afgebroken tot korte-keten polymeren.

Kippenveren worden onderworpen aan een enzymatisch proces waarbij lange-keten polymeren of eiwitketens via hydrolyse worden afgebroken tot korte-keten polymeren. Deze vormen de basis voor de productie van de kleefstoffen (foto: Fraunhofer IGB)

Lijmen, verharders, coatings en primers

Het resultaat? De korte-keten polymeren kunnen dienen als uitgangsmateriaal voor de verdere ontwikkeling van speciaal geformuleerde kleefstoffen. “We gebruiken het proces en de chemicaliën als een gereedschapskist waarmee we de gewenste eigenschappen van het eindproduct kunnen produceren,” zegt Richter. Op deze manier kunnen parameters zoals uithardingstijd, elasticiteit, temperatuurgedrag of sterkte van de gewenste speciale lijm worden gedefinieerd. Bovendien is het mogelijk om niet alleen eenvoudige lijmen te produceren, maar ook verwante stoffen zoals verharders, coatings of primers.

Volgende stap

De volgende stap is opschaling. Deze opschaling vond plaats in het Fraunhofer Centre for Chemical-Biotechnological Processes CBP in Leuna. Het doel was om te bewijzen dat de productie van de chemicaliën op basis van keratine ook kosteneffectief op industriële schaal kan worden gerealiseerd. Verschillende kilo’s kippenveren werden verwerkt en het geproduceerde materiaal werd gebruikt voor de eerste veelbelovende materiaaltests bij het Fraunhofer IGB en bij Henkel.

Bouwsteen voor een bio-geïnspireerde economie

Het Fraunhofer IGB houdt zich al jaren bezig met alle aspecten van de bio-economie en heeft veel expertise opgebouwd op het gebied van bijvoorbeeld keratine. Daarom benaderde het chemiebedrijf Henkel de Fraunhofer IGB voor dit project. Economisch gezien legt het project gewicht in de schaal. Volgens Statista werd in 2019 alleen al in Duitsland ongeveer een miljoen ton lijmen geproduceerd. Hun totale waarde bedraagt ongeveer 1,87 miljard euro.

Patentaanvraag

En ook de wetenschappelijke output is indrukwekkend: Er is een patentaanvraag ingediend voor het nieuwe proces en er is een publicatie verschenen in een wetenschappelijk tijdschrift. Twee doctoraatsstudenten, die intensief onderzoek hebben gedaan naar het project bij Henkel en Fraunhofer, zullen naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 hun proefschrift afronden. De nieuwe technologie op basis van keratine zal de duurzame en bio-geïnspireerde productie van veel chemicaliën mogelijk maken.
Openingsfoto: Veren bevatten keratine, een in water onoplosbaar structureel eiwit waaruit bestanddelen van kleefstoffen kunnen worden gemaakt (foto: Fraunhofer IGB)

Lees ook: Bioactief composiet ondersteunt de genezing van botbreuken

RWE start bouw van grootschalig batterijopslagproject in Nederland

RWE breidt zijn wereldwijde activiteiten op het gebied van batterijopslag verder uit. Het bedrijf is nu begonnen met de bouw van zijn eerste Nederlandse batterijopslagproject op grote schaal met een geïnstalleerd vermogen van 35 megawatt (MW) en een opslagcapaciteit van 41 megawattuur (MWh).

In totaal zullen 110 lithium-ion batterijrekken worden geïnstalleerd bij de biomassacentrale van RWE in de Eemshaven. Dit zal gebeuren op een oppervlakte van ongeveer 3.000 vierkante meter. Het is de bedoeling dat het batterijopslagproject regelbaar vermogen gaat leveren en vanaf 2025 op de groothandelsmarkten gaat opereren.

Fluctuerende elektriciteitsproductie

Het batterijproject is een belangrijke stap in de richting van een portfolio van innovatieve, flexibele energiebronnen. Dit is nodig om fluctuerende elektriciteitsproductie van windenergie optimaal te integreren in het Nederlandse energiesysteem. De windenergie is afkomstig van het offshore windpark “OranjeWind” dat momenteel in ontwikkeling is.

Systeemintegratie

In 2022 wist RWE de realisatie van dit offshore project voor de Nederlandse kust te bemachtigen met een blauwdruk voor volledige systeemintegratie waarbij windenergie gecombineerd wordt met de opwekking van groene waterstof en andere innovatieve oplossingen zoals batterijopslag.

Eerste grootschalig batterijopslagproject

Roger Miesen, CEO RWE Generation en Country Chair van de Benelux: “Ik ben heel trots dat we nu begonnen zijn met de bouw. Het eerste grootschalige batterijopslagproject van RWE in Nederland is een grote stap op weg naar een betrouwbare elektriciteitsvoorziening in een steeds groener wordend nationaal energiesysteem. Zo dragen we actief bij aan het (verder) stabiliseren van het Nederlandse elektriciteitsnet.”

800 elektrische voertuigen

Het batterijopslagsysteem kan meer dan een uur werken met de geïnstalleerde capaciteit van 35 MW. In theorie is dit voldoende om ongeveer 800 elektrische voertuigen op te laden. Het systeem is zo ontworpen dat het vrijwel technologieoverschrijdend is te koppelen met de energiecentrales van RWE in Nederland. Dit maakt een optimaal beheer van energie mogelijk, die door geselecteerde eenheden individueel, of als groep, kan worden geleverd.

Europa, Australië, VS

Als aanjager van de energietransitie ontwikkelt, bouwt en beheert RWE batterijopslagsystemen in Europa, Australië en de VS. Momenteel exploiteert het bedrijf batterijopslagsystemen met een totale capaciteit van ongeveer 700 megawatt. Het heeft daarnaast wereldwijd meer dan 1 gigawatt aan batterijopslagprojecten in aanbouw. RWE is van plan om zijn batterijopslagactiviteiten uit te breiden tot zes gigawatt wereldwijd in 2030.

Megabatterij

Begin 2023 nam RWE een eerste megabatterij in gebruik in Lingen en Werne (beide Duitsland). Dit met een capaciteit van 117 MW. Een 220 MW project is momenteel in aanbouw op twee locaties in Noordrijn-Westfalen. In 2023 nam het bedrijf de Britse ontwikkelaar van zonne-energie en batterijen JBM Solar over. Dit bedrijf heeft een geavanceerde batterijprojectontwikkelingspijplijn van 2,3 gigawatt.

Groot, groter, grootst

RWE plant, bouwt en exploiteert innovatieve gecombineerde zonne- en opslaginstallaties op haar Duitse dagbouwlocaties. Daarnaast heeft het bedrijf de aanbesteding gewonnen voor een batterijopslagsysteem met lange levensduur (50 megawatt / 400 MWh) in Australië. In de VS heeft het bedrijf zijn eerste batterijopslagsysteem op grote schaal aangesloten op het elektriciteitsnet van Californië in 2023. De 137 MW-faciliteit van Fifth Standard – tot nu toe de grootste opslagfaciliteit van het bedrijf in de VS – is gekoppeld aan een zonne-PV-installatie van 150 MW in Fresno County, Californië.

Bron en beeld: RWE

Lees ook: Proef met vliegwiel als duurzame, kinetische batterij op bouwplaats gestart

Opvallend golvend kunstcentrum

MAD Architects heeft plannen onthuld voor een nieuw project in Foshan, Guangdong, China. Het project, Nanhai Arts Center, krijgt een opvallend ontwerp dat geïnspireerd is op de kabbelende golven van het nabijgelegen meer.

Het Nanhai Arts Center wordt 121.275 vierkante meter groot en zal een groot theater bevatten inclusief een amfitheater met 1500 zitplaatsen. Verder komt er een multifunctionele zaal plus een sportcentrum. Ook komen er dakterrassen, winkels en restaurants. De eerste beelden tonen een ingewikkelde houten structuur van het interieur.

De golvende daklijn krijgt een maximale hoogte van 57 meter en bestaat uit een doorschijnend wit ETFE kunststof. Hiermee worden de verschillende gebouwen verbonden en semi-buitenruimtes gecreëerd. De gebouwen worden zo opengesteld voor natuurlijk licht en ventilatie. De daklijn lijkt niet alleen op een golf, maar is ook geïnspireerd op de oversized dakranden van de traditionele lokale architectuur.

De traditionele cultuur van Nanhai kenmerkt zich door de trommelslag en het drijven van de boten tijdens de drakenfestivalbootrace en in de kung-fu tijdens de leeuwendans. Die dynamiek wilde MAD Architects ook terugbrengen in het ontwerp. Het Nanhai Art Center lijkt op een continue golf van water, met drie hoofdgebouwen die opdoemen onder de drijvende zonnekap. De semi-buitenruimte laat het landschap versmelten met de omgeving van het meer en nodigt bewoners uit om zich onder te dompelen in het landschap aan het water.

Het Nanhai Arts Center krijgt zonnepanelen waarmee deels in de eigen elektriciteitsbehoefte wordt voorzien. Daarnaast krijgt het een regenwateropvangsysteem en wordt gebruik gemaakt van groen om het interieur van schaduw te voorzien.

De bouw van het Nanhai Arts Center begint dit jaar en zal naar verwachting in 2029 voltooid zijn. Het project is het nieuwste werk van MAD dat inspiratie put uit de natuur. Het Chinese bureau refereerde eerder al aan bergen, bamboebladeren en wolken.

Nieuwe schroefsystemen besparen brandstof en CO2 op historische IJslandse zeilschepen

Het IJslandse North Sailing heeft in samenwerking met de Universiteit van IJsland indrukwekkende resultaten laten zien in het verbeteren van brandstofverbruik en CO2-uitstoot door moderne schroefsystemen achteraf aan te brengen op historische zeilschepen.

Toen overbevissing, visquota en de overgang naar grootschalige industriële visserij de karakteristieke IJslandse breedwandige eikenhouten viskotter in de vergetelheid brachten in ruil voor moderne vissersschepen leek een belangrijk deel van de IJslandse geschiedenis en volksgeest aan het verdwijnen.

Voor een familie uit Húsavík, was deze ontwikkeling moeilijk om aan te zien. Het vissen met eikenhouten boten was namelijk een deel van hun leven en cultuur. Twee visserszonen, Hörður Sigurbjarnarson en Árni Sigurbjarnarson gingen hun eigen weg. Ze schaften de eiken kotter Knörrinn in 1994 aan en begonnen met de renovatie. Vervolgens richtten ze het natuurreisbedrijf North Sailing op. Tegenwoordig is het bedrijf nog steeds in handen van de familie en is Hörðurs zoon, Heimir Harðarson, actief in de raad van bestuur.

Ecologische voetafdruk

Parallel aan hun wens om de historische boten te behouden, was het vanaf het begin belangrijk voor de broers dat hun bedrijf hun ecologische voetafdruk zou minimaliseren. Echter, de boten zijn tussen de vijftig en honderd jaar oud. Dit maakt het erg complex. De scheppen hebben namelijk oude en vervuilende motoren. Verbeterde brandstofbenutting en voortstuwing waren dan ook een belangrijk aandachtspunt tijdens de renovatie.

IJslandse scheepvaart

“Door de boten van North Sailing te renoveren, hebben we een unieke kans om verschillende motor- en brandstofoplossingen te testen. Dit met het doel dat ze kunnen bijdragen aan een groenere scheepvaart. Daarom zijn we altijd nieuwsgierig naar oplossingen die onze ecologische voetafdruk en die van andere boten kunnen verbeteren”, zegt Heimir Harðarson.

Innovatieve schroefsystemen

Onlangs hebben Heimir en zijn team hun aandacht gericht op de schroefsystemen van de schepen. Dit om de meest optimale voortstuwingsoplossing te vinden. Toen het team de oude schroef van de schoener Hildur ombouwde met een nieuwe van het Deense Hundested Propeller, waren er al verbeteringen te verwachten. Toch kwam het resultaat als een verrassing.

Universiteit van IJsland

Voordat de propeller werd geïnstalleerd, nam Heimir contact op met professor Rúnar Unnþórsson en Satish Kumar Bonthu van de faculteit Industrial Engineering, Mechanical Engineering en Computer Science van de Universiteit van IJsland. Ze maakten plannen voor het meten en evalueren van de verbetering in prestaties en brandstofverbruik in vergelijking met de oorspronkelijke propeller.

Dertig procent minder uitstoot

Het onderzoek toonde een consistente vermindering van 30 procent in brandstofverbruik en een verbeterde snelheid. De CO2-uitstoot werd ook met 30 procent verminderd. “Het resultaat overtrof onze verwachtingen. Het onderzoek van Rúnar en Satish laat duidelijk zien dat het aanpassen van schroeven niet alleen een goede financiële investering is voor de booteigenaar. Het is ook goed voor het klimaat. We hopen dat we deze boodschap via ons werk bij North Sailing kunnen verspreiden”, zegt Heimir Harðarson.

Systematische metingen

Er werden systematische metingen gedaan bij verschillende snelheden. Daarbij registreerden de onderzoekers het brandstofverbruik, de vaarsnelheid, de windsnelheid en andere weergegevens. “De resultaten van dit onderzoek tonen duidelijk aan dat de scheepvaart en visserij hun brandstofkosten en koolstofvoetafdruk drastisch kunnen verlagen met bestaande technologie. Kortom, er is geen excuus om nog langer te aarzelen, zegt professor Rúnar Unnþórsson. Hij leidde het onderzoek.

Openingsfoto: North Sailing

Lees ook: Buitenboordmotor met waterstofverbranding

Buitenboordmotor met waterstofverbranding

Yamaha Motor heeft al een voortrekkersrol gespeeld bij de ontwikkeling van waterstofmotoren voor auto’s en terreinwagens. Nu wil het bedrijf zijn waterstofverbrandingsprogramma ook op het water lanceren. Het nieuwe prototype waterstofbuitenboordmotor krijgt zijn primeur tijdens de 2024 Miami International Boat Show. Een voorproefje op een schonere toekomst voor schippers en watersportliefhebbers. 

Lang voordat de overheid en industrie in hoog tempo schonere, meer CO2-neutrale motorvoertuigen ontwikkelden, experimenteerde Yamaha al met van alles en nog wat, van elektrische motorfiets tot methanol-brandstofcellen. De vindingrijkheid van het bedrijf is in de loop der tijd niet afgenomen. In de afgelopen jaren heeft het bedrijf onderzoek gedaan naar een motorfiets op water, een bestuurbare elektrische aandrijving voor de scheepvaart en verwisselbare accu’s voor motorfietsen. En er is hard gewerkt aan een 5,0-liter V8 waterstofverbrandingsmotor voor niemand minder dan Toyota, misschien wel de bekendste voorstander van waterstof. 

Als bijdrage aan de CO2-neutraliteitsdoelen, is Yamaha van plan om door te gaan met zijn meervoudige strategie voor schone energie. Daarbij zet het bedrijf ook stevig in op het verminderen van emissies tijdens het gebruik van Yamaha-producten, waaronder motorfietsen, waterscooters en buitenboordmotoren. 

Yamaha realiseert zich dat verschillende producten en markten verschillende benaderingen van schone energie vereisen. De waterweerstand tijdens het varen, de sterk variërende behoeften (commerciële visserij, recreatie, etc.) en de lage vermogensdichtheid maken elektrische batterijsystemen volgens het bedrijf niet de meest praktische oplossing voor veel maritieme toepassingen.  Daarom zet het bedrijf ook in op CO2-neutrale synthetische brandstoffen, brandstofcellen en waterstofmotoren.

Net als Yamaha’s waterstofmotoren op land, levert de waterstofbuitenboordmotor een motor die geen CO2 uitstoot. Aanvullende specificaties en achtergrondinformatie geeft Yamaha volgende maand vrij tijdens de Boat Show in Miami. 

Traditionele koeling voor operagebouw Riyad

Architectenbureau Snøhetta heeft plannen onthuld voor de bouw van een nieuw operagebouw in Saoedi-Arabië. Het gebouw, de Royal Diriyah Opera House, krijgt een ongebruikelijk ontwerp dat geïnspireerd is op traditionele lemen gebouwen uit de regio. Het ontwerp moet zorgen voor koeling voor de Saudische zomerhitte. 

Het Royal Diriyah Opera House ligt aan de rand van Riyad. In het gebied staan veel met historische lemen gebouwen dicht op elkaar om schaduw te garanderen. Het ontwerp van het operagebouw borduurt voort op deze traditionele bouw met open doorgangen tussen gebouwen om verkoeling te bieden voor de intense Saudische hitte. Er komen ook tuingedeeltes met vegetatie en watervernevelingssystemen om de temperatuur in de buurt te verlagen.

Het interieur zal 46.000 vierkante meter groot zijn en een operatheater met 2.000 zitplaatsen in het midden omvatten. Verder komt er een aanpasbaar theater met 450 zitplaatsen en een multifunctioneel theater met 450 zitplaatsen voor kleinere evenementen. Op het dak komt een schaduwrijk amfitheater met 450 zitplaatsen voor buitenoptredens, terwijl er elders een bezoekerspaviljoen komt, evenals een café en winkelruimte. Als belangrijkste materialen voor de bouw wordt gebruik gemaakt van een mix van palm, steen en aarde.

Het concept voor de nieuwbouw is gebaseerd op een cluster van gebouwen, dat uit de grond lijkt te rijzen met overal open doorgangen. Door de nadruk te leggen op open, natuurlijk geventileerde ruimtes en natuurlijke verlichting zal het operagebouw een bescheiden energieverbruik kennen. Er wordt ook energiezuinige koeling geïnstalleerd in de vorm van gekoelde plafondpanelen. 

De opening van het Royal Diriyah Opera House is gepland voor 2028.

Innovatief energieopslagsysteem op basis van zwaartekracht komt in stroomversnelling door samenwerking

ABB en Gravitricity, een opslagbedrijf voor zwaartekrachtenergie gaan samenwerken. Ze willen onderzoeken hoe ze met expertise en technologieën op het gebied van takels de ontwikkeling en implementatie van opslagsystemen voor zwaartekrachtenergie in voormalige mijnen kunnen versnellen.

Gravitricity, gevestigd in Groot-Brittannië, heeft GraviStore ontwikkeld. Dit is een innovatief opslagsysteem voor zwaartekrachtenergie. Het brengt zware gewichten omhoog en omlaag in ondergrondse schachten – om een aantal van de beste eigenschappen van lithium-ionbatterijen en pompaccumulatie te bieden. Toekomstige GraviStores zullen meer dan 20MWh opslaan. Daardoor wordt langetermijnopslag en snelle stroomlevering aan gebruikers en beheerders met netwerkbeperkingen, distributienetwerken en grote stroomgebruikers mogelijk.

Bewezen demonstratiemodel

In tegenstelling tot batterijen kan het Gravitricity-systeem tientallen jaren werken zonder dat de prestaties afnemen. Gravitricity heeft het systeem al bewezen met een demonstratiemodel op schaal. Het onderzoekt de mogelijkheden om hun baanbrekende technologie in te zetten in ontmantelde mijnen wereldwijd.

Onderzoek en ontwikkeling

Als specialist in mijntakels met een groot geïnstalleerd bestand van meer dan 1.000 takeloplossingen wereldwijd, zal ABB samenwerken met Gravitricity. Dit doet het bedrijf door onderzoek en ontwikkeling, productontwikkeling en engineeringteams te leveren. Ze zijn gespecialiseerd in het ontwerp, de engineering en het gebruik van mijntakels en mechanische, elektrische en regeltechnieken voor hijswerk.

Energie opslaan

“Naarmate de wereld meer elektriciteit opwekt uit intermitterende hernieuwbare energiebronnen, is er een groeiende behoefte aan technologieën die energie kunnen opvangen en opslaan tijdens perioden van lage vraag en snel vrijgeven wanneer dat nodig is”, zegt Martin Wright, medeoprichter en uitvoerend voorzitter van Gravitricity. “Onze GraviStore ondergrondse zwaartekracht energieopslag gebruikt de kracht van de zwaartekracht om een aantal van de beste eigenschappen van lithium-ion batterijen en gepompte hydro-opslag te bieden – tegen lage kosten en zonder de noodzaak van zeldzame aardmetalen.

ABB levert complete mijntakelsystemen aan klanten over de hele wereld. (foto: ABB)

Veel interesse in GraviStore

“We zien al aanzienlijke interesse van mijnexploitanten in Europa, India en Australië. Dit partnerschap met ABB zal ons helpen onze ambitieuze commercialiseringsplannen te versnellen. Ik ben verheugd dat we samenwerken”, aldus Wright.
De Memorandum of Understanding (MoU) is een belangrijke stap in ABB’s ambitie om haar lifecycle service business verder te ontwikkelen door samen te werken met bedrijven die aangrenzende en waarde toevoegende technologieën leveren.

130 jaar mijntakels

“ABB heeft 130 jaar geschiedenis met mijntakels, sinds we er voor het eerst een elektromotor aandreven in Zweden in de jaren 1890. Maar deze samenwerking met Gravitricity laat zien hoe we onze technologieën kunnen blijven diversifiëren en aanpassen.” Dat zegt Charles Bennett, Global Service Manager, Business Line Hoisting, ABB Process Industries. “

Netcompliance en controlesystemen

Gravitricity brengt specialistische expertise in op het gebied van netcompliance en controlesystemen. De teams zullen samenwerken aan haalbaarheidsstudies om de toepassing van bestaande hijstechnologie in zwaartekracht-energieopslag te begrijpen. ABB zal ook advies geven aan de mijnbouwindustrie en werken aan het identificeren van geschikte locaties en schachten voor het gebruik van GraviStore.

Ontmanteling mijnschachten

De ontmanteling van mijnschachten is een kostbaar en tijdrovend proces voor mijnbouwbedrijven. Door niet meer gebruikte mijnschachten opnieuw te gebruiken voor energieopslag, kunnen mijnschachten een productieve functie vervullen. Tot 50 jaar na hun oorspronkelijke levensduur. Ze kunnen de ontmantelingskosten beperken, terwijl ze tegelijkertijd nieuwe werkgelegenheid creëren en bijdragen aan de overgang naar groene energie.

Openingsfoto: GraviStore brengt zware gewichten omhoog en omlaag in ondergrondse schachten – om een aantal van de beste eigenschappen van lithium-ionbatterijen en pompaccumulatie te bieden. Openingsfoto: Gravitricity

Beton op basis van glas zorgt voor een groenere oversteek

De productie van cement dat wordt gebruikt in beton is wereldwijd een belangrijke oorzaak van CO2-uitstoot. Hierom gebruikte Provencher Roy architecten een groener alternatief voor een paar bruggen in Canada. De bruggen werden gebouwd van beton waarin lokaal gerecycled glas werd verwerkt, waardoor de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk werd verminderd.

De Darwin Bridges bevinden zich op Nuns’ Island in Montreal en vervingen een paar bruggen die al bijna 60 jaar in gebruik waren. De trottoirs waren niet smal genoeg en in de doorgang onder de bruggen begon zich water te verzamelen.

De nieuwe bruggen werden gebouwd met ter plaatse gestort beton, waarbij een mengsel van 10% fijngemalen gerecycled glas als bindmiddel werd gebruikt ter vervanging van het cement. Volgens de architect vermindert dit de uitstoot van broeikasgassen met maar liefst 40 ton. Het idee is overigens niet nieuw. Wereldwijd zijn er verschillende (onderzoeks)teams die glas gebruiken om groener beton te maken.

Het baanbrekende project bouwt voort op 17 jaar onderzoek naar de integratie van gemalen glas in civiele infrastructuren. Dat onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de Université de Sherbrooke en de Ville de Montréal. De gepatenteerde uitvinding GGP (gemalen glas puzzolanen) werd toegevoegd als bindmiddel en verving daarmee het normaal gebruikte cement. Het GGP vertegenwoordigt 40.000 kilogram lokaal gerecycled glas, wat overeenkomt met 70.000 wijnflessen.

De licht gebogen nieuwe bruggen – elk met een lengte van 37 m – zijn een grote verbetering ten opzichte van hun voorgangers. Ze zijn veiliger en toegankelijker voor voetgangers en fietsers, met nieuwe LED-verlichting en bredere voetpaden. Bovendien is er een nieuw, weelderig groen gebied toegevoegd om het zichtbeton te verlevendigen.

De nieuwe Darwin Bridges zijn al een tijdje in gebruik, maar zijn pas onlangs officieel geopend. Als alles goed gaat, zullen ze naar verwachting meer dan 125 jaar in gebruik blijven.

Envirocat 8.5 verwijdert op een schone manier plastic afval uit rivieren

De Britse scheepswerf MMS heeft haar vloot drijvende vuilnisophaalschepen uitgebreid met de Envirocat. is de eerste die waterwegen schoonmaakt zonder dat er motordampen vrijkomen in het milieu.

Uit een onderzoek dat in 2015 werd uitgevoerd door The Ocean Cleanup bleek dat tweederde van het plastic afval dat in de wereldzeeën terechtkomt, kan worden herleid tot slechts 20 rivieren. Naast het aanpakken van dit verstikkende afvalprobleem op zee, lanceerde de non-profit ook een aantal ‘vuilverwijderaars’ voor rivieren om het tij bij de bron te keren.

Hoewel de Envirocat 8.5 er niet zo gelikt uitziet, maar dat is voor het doel ook niet het belangrijkste. Het vaartuig wordt ingezet om drijvend plastic en afval uit havens, jachthavens, meren en kanalen te verwijderen. Het schip kan ook worden uitgerust met een draagbaar of vast dek zodat het ook kan worden ingezet ter ondersteuning van maritieme bedrijven.

De catamaran behaalt met behulp van twee 6-kW elektrische buitenboordmotoren een snelheid van maximaal zeven knopen. Drijvend plastic of afval wordt tussen de rompen verzameld en opgevangen in in een ‘fuik’ van 3 kubieke meter. Deze kan aan het einde van de dienst verticaal worden opgetild en het afval kan worden gesorteerd en doorgestuurd naar het recyclingbedrijf.

De zes batterij-eenheden van 9,6 kWh zijn voldoende voor een werkdag van 8 uur bij lage snelheden. In tegenstelling tot andere oplossingen wordt de Envirocat 8.5 bediend door een mens in de stuurhut op het dek.

De Envirocat 8.5 is het geesteskind van Rob Langton, directeur van MMS Ship Repair & Dry Dock Co Ltd. in Hull, het Verenigd Koninkrijk, en is ontwikkeld in samenwerking met scheepsarchitectenbureau Rockabill Marine Design.

Futuristisch eVTOL voor Melbourne

Ooit rondvliegen in steden met eVTOL’s (electric Vertical Take-Off and Landing vliegtuig)? Dan hebben we niet alleen de vliegtuigen zelf maar ook een serieuze infrastructuur om ze te ondersteunen. Met dit in gedachten ontwikkelde Contreras Earl Architecture plannen voor een zogenaamd ‘vertiport’ aan het water in Melbourne’s Batman Park.

Elektrisch knooppunt

Het nieuwste voorstel is de tweede geplande vertiport voor Melbourne van Contreras Earl Architecture. Het eerste ontwerp werd vorig jaar gepresenteerd voor Caribbean Park. Het Batman Park-project wordt ontwikkeld in samenwerking met Skyportz en Pascall+Watson Architects. Het project voorziet in de vervanging van het bestaande helikopterplatform door een nieuwe vertiport. Deze moet de introductie van elektrische luchttaxi’s mogelijk maken. Het is de bedoeling dat de vertiport ook een knooppunt wordt voor elektrische scooters, fietsen, veerboten, huurboten en een café.

Als het project doorgaat, zal het bestaan uit drie met elkaar verbonden landingsplatforms in het water. Op de oever komt een futuristisch podiumachtig gebouw dat bekroond wordt door een aluminium gesegmenteerd dak. Het prefab-gebouw is snel te monteren en zal volgens de architecten zelfvoorzienend zijn. Het is alleen niet duidelijk of dit alleen slaat op het gebouw zelf of ook op de ondersteunende infrastructuur voor de eVTOL’s.

Markant gebouw

Het markante gebouw onderscheidt zich door het duurzame karakter. De vertiport krijgt een hoogwaardig, robuust, duurzaam en toch lichtgewicht dak dat bestaat uit een aluminium monocoque structuur.

Volgens Skypotz, dat gespecialiseerd is in toekomstige infrastructuren, zijn er alleen al in Australië ongeveer 400 potentiële locaties voor vertiports. Eén van de ideeën die daarbij leeft, is het combineren van vertiports met bestaande gebouwen en parkeergarages. Dit zou een betaalbare en praktische – hoewel minder opwindende – benadering kunnen zijn. Contreras Earl Architecture hoopt dat het nieuwe vertiport in Batman Park vertiport gebruik kan maken van bestaande helikoptertoestemmingen. Dat versnelt mogelijk de realisatie ervan.

Silent 120 Explorer: jacht met ruimte voor onderzeeër én eVTOL

De Oostenrijkse botenbouwer Silent Yachts staat bekend om zijn catamarans op zonne-energie. Daar is nu de Silent 120 Explorer aan toegevoegd. Deze biedt ruimte voor een eVTOL (Electric Vertical Take-Off and ALanding aircraft) en een persoonlijke onderzeeër. Volgens het bedrijf wordt de eerste Silent 120 Explorer volgend jaar te water gelaten.

De luxe catamaran is 36,74 meter lang, 13,85 meter breed en 10,46 meter hoog. Het vaartuig maakt gebruik van meerdere 40 kWp zonne-panelen. Deze laden een 800 kWh lithium-ion accubank op. De accu drijft op zijn beurt twee elektromotoren van 340 kW aan. Hiermee bereikt het jacht een topsnelheid van 16 knopen (30 km/u) halen. De efficiëntere kruissnelheid ligt op ongeveer 8 knopen (15 km/u). Maar liefst drie interne verbrandingsgeneratoren kunnen worden gebruikt als back-up.

eVTOL

De eVTOL heet de XP4 en wordt ontwikkeld door het Britse luchtvaartbedrijf VRCO. Het moet in 2024 gecertificeerd worden en biedt plaats aan vier personen. De kruissnelheid bedraagt 296 km/u; de maximale vliegtijd is een uur. Andere kenmerken zijn het computerondersteund vliegen, een noodparachutesysteem en technologie om botsingen te voorkomen.

De eVTOL gaat landen en opstijgen vanaf een helikopterplatform. Deze bevindt zich op het dak van de Silent 120 Explorer. De zonnepanelen van het schip gaan de accu opladen. Maar als het jacht zelf meer stroom nodig heeft, kan de XP4 die leveren – net zoals elektrische auto’s al kunnen worden gebruikt om huizen van stroom te voorzien, wanneer dat nodig is.

En onderzeeër …

Als onderzeeër wordt de Nemo ingezet. Deze is gemaakt door het Nederlandse duikbootbedrijf U-Boat Worx. Hij biedt plaats aan twee personen en kan afdalen tot een maximale diepte van 100 m. De onderzeeër kan maximaal acht uur autonoom blijven varen. De onderzeeër wordt op het hoofddek van de Silent 120 Explorer geplaatst of in romp van het jacht.

Luxe woning geïnspireerd door vogel die vleugels uitslaat

zU-studio heeft plannen onthuld voor een nieuwe luxe woning in Costa Rica. Het project, dat de naam N2 Private House draagt, is geïnspireerd op de vogelpopulatie van het land. Het ontwerp oogt als een vogel die op het punt staat op te vliegen. N2 Private House bevindt zich op de top van een heuvel met uitzicht over een strand en zicht op het prachtige onderliggende landschap.

Op de begane grond bevat het huis de meeste gemeenschappelijke ruimtes. Hiertoe behoren een open woonkamer en keuken, evenals een grote binnenplaats die toegang biedt tot een nabijgelegen zwembad. Er zijn ook drie slaapkamers op de begane grond die allemaal uitkijken op de oceaan. De hele bovenverdieping wordt gebruikt voor twee grote slaapkamers en er is toegang tot dakterrassen.

Natuurlijk licht staat overal centraal en het gebouw wordt voorzien van royale beglazing, waaronder dakramen. Het zal ook zo worden ingericht dat natuurlijke ventilatie wordt gemaximaliseerd.

Met meer dan 80 verschillende soorten, is Costa Rica een van de meest interessante landen als het om vogels. Volgens de architect is het huis geïnspireerd op een lokale vogel die over de horizon uitkijkt. Het toont het moment waarop de vogel opstijgt door haar vleugels te bewegen. De eenvoudige en tegelijkertijd originele manier van bouwen past in deze bijzondere context. Het ontwerp straalt eenvoud en elegantie uit en oogt fris, zowel binnen als buiten het huis.

De bouw van de woning start naar verwachting in september.