maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Planning landelijk waterstofnetwerk geactualiseerd

Hynetwork, dochteronderneming van Gasunie, levert de komende jaren het landelijke waterstofnetwerk in Nederland gefaseerd op. Het heeft een geactualiseerde netwerkplanning gepubliceerd. Nog tot eind januari kunnen marktpartijen en andere belanghebbenden reageren op het uitrolplan.

In 2023 is Hynetwork gestart met de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk. Deze infrastructuur kan de industrie helpen om in Nederland te verduurzamen. Het zorgt ervoor dat Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats blijft, en het heeft een positieve invloed op de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Voor de industrie is duidelijkheid over de planning en de beschikbaarheid van het waterstofnetwerk cruciaal. Voor de zomer van dit jaar bleek dat een actualisatie nodig was van het uitrolplan dat Hynetwork hanteerde. Dat was onder meer nodig vanwege de ontwikkelingen rondom de Delta Rhine Corridor en de langere doorlooptijden in de projectprocedures.

Besluit van het kabinet

De afgelopen maanden heeft Hynetwork in detail gekeken naar alle deeltracés, die gezamenlijk het landelijke waterstofnetwerk vormen. Begin december kon Hynetwork daarbij het laatste puzzelstukje leggen met het besluit van het kabinet om een oplevering van de Delta Rhine Corridor tussen 2031 en 2032 mogelijk te maken. Daarmee ontstond helderheid over de beoogde opleverdatum van deze cruciale west-oostverbinding van het waterstofnetwerk in Nederland. De actualisatieronde van het uitrolplan kon daardoor worden afgerond.

Nieuwe netwerkplanning van Hynetwork

De geactualiseerde netwerkplanning ziet er als volgt uit: Het eerste deel zal uiterlijk in 2026 in Rotterdam in gebruik genomen worden. In de jaren erna komt voor of in 2030 de infrastructuur binnen de industriële clusters langs de Nederlandse kust beschikbaar. Dat geldt ook voor de verbindingen vanuit Noord-Nederland met de grootschalige waterstofopslagfaciliteit HyStock en de eerste grensverbindingen met Duitsland en vanuit Zeeland met België. Van 2031 tot 2033 volgt de oplevering van het netwerk binnen het industriële cluster in Limburg en de verbindingen tussen de clusters, waaronder de Delta Rhine Corridor.

De fasering van Hynetwerk in het kort:

2026: Rotterdam
2026-2030: Noord-Nederland, inclusief de verbinding met HyStock en grensverbindingen met Duitsland; Noordzeekanaalgebied;
Zuidwest-Nederland, inclusief een grensverbinding met België
2031-2033: Limburg; verbindingen tussen de industriële clusters inclusief de Delta Rhine Corridor

Tot eind januari kunnen marktpartijen en andere belanghebbenden reageren op dit uitrolplan.
Bron en afbeelding: Gasunie

Additive manufacturing kan lucht- en ruimtevaart groener maken

De doelstellingen van de Europese Commissie zijn ambitieus: de ReFuelEU luchtvaartverordening bepaalt dat de CO₂-uitstoot van de luchtvaart tegen 2050 met 60 procent moet zijn verminderd ten opzichte van 1990. Er is ook een uitgebreide EU-ruimtewetgeving (EUSL) gepland, met regels voor de duurzaamheid van ruimtevaartactiviteiten. Het Fraunhofer Instituut voor Lasertechnologie ILT in Aken ondersteunt de lucht- en ruimtevaartsector met nieuwe additive manufacturing processen. Deze moeten de ecologische voetafdruk aanzienlijk verkleinen en de productiekosten verlagen.

“Hoe kan de luchtvaart groener worden gemaakt?” Dat vraagt Luke Schüller, onderzoeksmedewerker bij Fraunhofer ILT, zich af in een technisch artikel. Hij geeft het antwoord: door gebruik te maken van lichtgewicht constructies, additive manufacturing en nieuwe hoogwaardige materialen om te voldoen aan strenge politieke eisen op het gebied van klimaatbescherming.

Sleutelrol

Het LPBF-proces (laser powder bed fusion), waarbij metaalpoeder laag voor laag wordt versmolten met de laserstraal, speelt een sleutelrol. Deze methode stelt gebruikers in staat om complexe en zeer sterke componenten te produceren die niet alleen lichter maar ook resistenter zijn – cruciale eigenschappen die nodig zijn voor de luchtvaart van morgen.

Speciale poeders voor de toekomst van waterstof

Fraunhofer ILT ontwikkelt speciale poeders als onderdeel van het TIRIKA onderzoeksinitiatief (Technologies and Innovations for Resource-saving, Climate-friendly Aviation) van het Federale Ministerie voor Economische Zaken en Klimaatactie. Het initiatief richt zich op het gebruik van waterstof als emissievrije energiebron voor de luchtvaart. Samen met materiaalfabrikanten hebben de experts poeders ontwikkeld die voldoen aan de hoge eisen van de luchtvaartindustrie voor waterstofmotoren. De experts hebben ook LPBF-processen ontwikkeld. Dit deze ze voor materialen die commercieel verkrijgbaar zijn. Ze zijn in samenwerking met de partners gevalideerd aan de hand van verschillende testprocedures.

Emissievrije waterstofmotoren

“Door gerichte aanpassingen in het LPBF-proces kunnen we nu een relatieve componentdichtheid van meer dan 99,5 procent en een hoge opbouwsnelheid van meer dan 100 cm³/u bereiken”, legt Schüller uit. De aluminiumlegeringen zijn niet alleen licht, maar ze hebben ook een hoge sterkte. Bovendien zijn ze bestand tegen waterstof. Het is een element dat verbrossing en materiaalmoeheid kan veroorzaken bij hoge temperaturen en drukken. Dit maakt deze legeringen ideale kandidaten voor gebruik in toekomstige emissievrije waterstofmotoren. Bovendien maken de nieuwe speciale poeders het dankzij het uniforme lasersmeltproces mogelijk om complexe geometrische vormen en functionele structuren te genereren die niet kunnen worden gemaakt met conventionele processen zoals gieten of smeden.

Elektronische detectiesensor

Tijdens het productieproces detecteert een nauwkeurig sensorsysteem artefacten tot een grootte van 0,4 millimeter direct in het poederbed en tijdens het smeltproces. Dit minimaliseert tijdrovende inspecties achteraf en verhoogt de productie-efficiëntie aanzienlijk.

Levenscyclusanalyse

Geavanceerde processen beïnvloeden echter niet alleen de kwaliteit en efficiëntie van de productie, maar ook hun ecologische voetafdruk. Fraunhofer ILT gebruikt levenscyclusanalyse (LCA) om de milieuvriendelijkheid van additieve productieprocessen te evalueren. Hierbij wordt gekeken naar de hele levenscyclus van een onderdeel – van de inkoop van grondstoffen tot productie en recycling. “Voor ons is de levenscyclusanalyse een onmisbaar hulpmiddel om de milieu-impact van producten gedurende hun hele levenscyclus te evalueren en duurzame alternatieven te identificeren,” zegt Dr. Tim Lantzsch, hoofd van de afdeling Laser Powder Bed Fusion bij Fraunhofer ILT. Om dit allesomvattende proces effectief te kunnen ontwerpen, moet het onderzoek echter al in een vroeg stadium van de digitale waardeketen kwalitatief hoogwaardige en zinvolle gegevens verzamelen.

Drievoudig pluspunt voor complex proces

Drie belangrijke argumenten pleiten voor deze aanvankelijk zeer moeizame weg. Deze gegevens stellen onderzoekers in staat om sneller en efficiënter opstartprocessen voor nieuwe producten te ontwerpen (1). Ze ondersteunen onderzoekers bij het evalueren van kwaliteit, kosten, energie- en grondstoffenverbruik in de productiecyclus (2). En ze dragen bij aan meer transparantie in de processen en dus aan het optimaliseren van de hele productieketen (3).
De resultaten van de LCA-analyses tonen aan dat, ondanks het relatief hoge energieverbruik tijdens het LPBF-proces, de ecologische voetafdruk van additieve productie aanzienlijk kleiner is dan die van conventionele productiemethoden. 3D-printen is daarom bijzonder geschikt voor het repareren van onderdelen omdat het materiaalverlies minimaliseert en hulpbronnen spaart.

Enlighten-project

Additieve processen zijn ook de focus van het EU-project ENLIGHTEN (European iNitiative for Low cost, Innovative & Green High Thrust ENgine Project). Dat project ging in november 2022 van start. Het wordt beheerd en gecoördineerd door de Ariane Group. Sinds de start van het project hebben 18 partners uit acht Europese landen één doel voor ogen: kosteneffectieve en milieuvriendelijke raketmotoren ontwikkelen die onder andere werken met bio-methaan en groene waterstof. De nieuwe eco-motoren zijn bedoeld om de volgende generatie Europese herbruikbare raketten aan te drijven en zo het concurrentievermogen van Europa in de mondiale lucht- en ruimtevaartsector te versterken.

Sneller en goedkoper de ruimte in met LMD

Dit is waar het Instituut van Aken om de hoek komt kijken. Als onderdeel van het project ontwikkelen experts van de LMD-groep Additive Manufacturing and Repair een proces om raketonderdelen efficiënter en nauwkeuriger te produceren met behulp van laser material deposition (LMD). “Het bijzondere is dat we LMD gebruiken om de snelheid en kosteneffectiviteit van de productie van nieuwe soorten raketstraalpijpen drastisch te verbeteren”, legt Min-Uh Ko, groepsleider van Additive Manufacturing and Repair LMD bij Fraunhofer ILT, uit. “Afgezien van de grote installatieruimte heeft het onderzochte ontwerp uitzonderlijk filigrane en dunwandige koelkanalen die alleen met veel moeite kunnen worden gegenereerd met conventionele productieroutes.” Het doel tegen het einde van het project in oktober 2025: LMD-productie van een straalpijp voor gebruik in de volgende generatie raketten in het Ariane-programma en de bouw van een demonstrator op ware grootte.

Volledige grip op het proces

De experts benaderen het project op een geïntegreerde manier. Tegen het einde van het project willen ze een betrouwbaar, gecontroleerd productieproces ontwikkelen, inclusief kwaliteitsborging voor serieproductie. Een inline systeem zal sensoren gebruiken om het hele proces te bewaken, afwijkingen in het proces te detecteren en te corrigeren en een constant hoge kwaliteit van de componenten te garanderen. Min-Uh Ko: “Als we het proces en de demonstrator met succes hebben ontwikkeld, betekent dat een doorbraak. Met onze resultaten kunnen we de industrie, als toeleverancier aan de lucht- en ruimtevaartindustrie, in de toekomst in staat stellen om even grote, complexe en filigrane structuren te produceren op hun eigen systemen via LMD.”

Openingsfoto: “Het bijzondere aan LMD is dat het de snelheid en kosteneffectiviteit van de productie van nieuwe soorten raketstraalpijpen drastisch verbetert.” Min-Uh Ko, groepsleider van Additive Manufacturing en Repair LMD bij Fraunhofer ILT. (foto:  Fraunhofer ILT, Aachen, Germany / Ralf Baumgarten.)

Lees ook: ESA zet Nederlandse TANGO-satellieten in voor monitoren van uitstoot broeikasgassen

Subsidie voor HySUCCES: onderzoek naar sociaaleconomische impact van waterstof

Het consortium HySUCCESS doet onderzoek naar de sociaaleconomische impact van waterstof. Het heeft hiervoor 12 miljoen euro toegekend gekregen van wetenschapsfinancier NWO.

Om de transitie naar een waterstofeconomie te faciliteren is het belangrijk om ook maatschappelijke, juridische en economische aanpassingen te doen. Het HySUCCESS consortium, wat staat voor Social, User aCCeptable, Economically Sustainable Systems for hydrogen, gaat hiermee aan de slag. Het ontving van NWO – in samenwerking met het NGF-programma GroenvermogenNL hiervoor subsidie. Het consortium zal waterstof interdisciplinair bestuderen vanuit het perspectief van techniek, bedrijfsleven, recht, gedragswetenschappen en industrie.

Medewerkers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) gaan onderzoek doen naar de rol van energierecht en milieupsychologie. Universitair hoofddocent Goda Perlaviciute, hoogleraar Linda Steg (allebei werkzaam bij de afdeling milieupsychologie binnen de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen) en hoogleraar Lorenzo Squintani (Faculteit Rechtsgeleerdheid en directeur van de Wubbo Ockels School voor Energie en Klimaat) zullen het onderzoek uitvoeren. Dit doen ze samen met een aantal postdocs en PhD’s. Patricia Poppendick, projectcoördinator waterstof bij de Wubbo Ockels School van de RUG, is verantwoordelijk voor het projectmanagement.

Mogelijke zorgen en juridische barrières

Hoogleraar Linda Steg wordt projectleider van Hy-SUCCESS en zegt dat inzichten uit de gedragswetenschappen een groot verschil maken. Het gaat om de vraag of waterstof breed geaccepteerd wordt, of slechts een klein aandeel krijgt in de markt voor duurzame energie. “Waterstof zal niet op grote schaal worden geïmplementeerd als mogelijke zorgen van het publiek en juridische barrières niet goed worden weggenomen.”

Vergunning bouwmachines

Hoogleraar Lorenzo Squintani zegt dat er momenteel gevallen zijn waarin bedrijven groene waterstof willen gebruiken, maar geen duidelijk wettelijk pad hebben om te volgen. Bouwbedrijven willen bijvoorbeeld groene waterstof gebruiken om hun bouwmachines van brandstof te voorzien, zodat ze geen stikstof hoeven uit te stoten. Maar ze kunnen geen vergunning krijgen voor kleine bovengrondse opslagtanks, omdat er geen specifieke vergunningsprocedure is. Daardoor zijn ze helaas gedwongen om diesel te blijven gebruiken.

Maatschappelijke uitdaging

Vanuit psychologisch en juridisch perspectief “is de introductie van waterstof een enorme maatschappelijke uitdaging en het is van cruciaal belang om te begrijpen wat dit betekent voor de bevolking als geheel en hoe het moet worden gereguleerd”, zegt universitair hoofddocent Goda Perlaviciute.

5 subtaken HySUCCESS

HySUCCESS zal 5 subtaken hebben, waarbij elk thema door een ander instituut wordt geleid:

  1. Systeemmodellen en de rol van waterstof in het toekomstige energie- en grondstoffensysteem (leiding: Universiteit Utrecht en HAN Hogeschool)
  2. Markten en bedrijfsmodellen (leiding: TU Delft en Centrum Wiskunde & Informatica)
  3. Wettelijk kader, beleidsmaatregelen en publieke waarden (leiding: Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool Groningen)
  4. Publieke acceptatie van waterstofsystemen (leiding: Universiteit Leiden en Universiteit Utrecht)
  5. Integratie, coördinatie en verspreiding van onderzoek (leiding: Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit van Tilburg)

Samenwerking

Het voorstel om sociaaleconomische impact op te nemen is het enige niet-technische academische aspect binnen GroenVermogenNL, dat onderdeel is van het Nationale Groei Fonds. GroenVermogenNL zet door heel Nederland waterstofproefprojecten, onderzoeksprojecten en onderwijsprogramma’s op om de samenwerking tussen investeerders, onderzoekers en docenten te vergroten.
Naast de RUG bestaat het consortium uit 10 universiteiten, 2 onderzoeksinstituten, 5 hogescholen, een onderzoeks- en technologieorganisatie en 3 industriële partners. Professor Henk Akkermans van Tilburg University zal optreden als technisch manager van het project.

Lees ook: Nieuwe elektrolyser wekt zelf zonne-energie op voor groene waterstof

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Binnenvaartschip op waterstof

Goederenvervoer over binnenwateren moet schoner. Dat is de opzet van een door de EU gesteund project dat containerschepen op groene waterstof wil lanceren voor de belangrijke vrachtroute tussen Nederland en Duitsland.

Het eerste containerschip voor de binnenvaart dat wordt aangedreven door groene waterstof van Future Proof Shipping werd vorig jaar geïntroduceerd. Een binnenvaartschip van 110 bij 11,45 meter waarvan de verbrandingsmotor is vervangen door elektromotoren, waterstoftanks, een brandstofcelsysteem en batterijen. De H2 Barge 1 begon in juni 2023 te varen tussen de haven van Rotterdam in Nederland en een BCTN inlandterminal in Meerhout, België.

Retrofit-project

Het H2 Barge 2 project is een ander retrofit-project dat is uitgevoerd op de werf van de Holland Shipyard Group in Werkendam. Ook nu werden de dieselmotoren en brandstoftanks vervangen door een door groene waterstof aangedreven voortstuwingssysteem. Dit maal met zes 200 kW brandstofcellen die 1,2 MW vermogen beschikbaar maken voor de motoren.

Binnenwateren zijn belangrijk voor het vrachtvervoer in Europa. Het is positief dat containerschepen met een groot vermogen worden omgebouwd naar emissievrije schepen. Met de ‘ombouw’ van de H2 Barge 2 wordt kennis verzameld over hoe schepen kunnen worden omgebouwd van dieselverbranding naar emissievrije alternatieven. De belangrijkste ‘basis-ingrediënten’ zijn daarbij accu’s in combinatie met groene waterstof in een brandstofcel.”

Het nieuwe demonstratieschip heeft een capaciteit voor 190 zeecontainers van 6 meter. Het schip gaat goederen vervoeren op de belangrijke vrachtroute van de Rijn tussen Rotterdam en Duisburg. De omschakeling van diesel naar waterstof zal de CO2-uitstoot naar schatting met 3.000 ton verminderen.

Een tweede waterstofaangedreven Flagships demonstratie, de Zulu 06, zal naar verwachting later dit jaar in Parijs te water worden gelaten. Future Proof Shipping streeft ernaar om in de komende vijf jaar in totaal 10 zero-emissie binnenvaart- en kustvaartschepen te bouwen en te exploiteren.

Buitenboordmotor met waterstofverbranding

Yamaha Motor heeft al een voortrekkersrol gespeeld bij de ontwikkeling van waterstofmotoren voor auto’s en terreinwagens. Nu wil het bedrijf zijn waterstofverbrandingsprogramma ook op het water lanceren. Het nieuwe prototype waterstofbuitenboordmotor krijgt zijn primeur tijdens de 2024 Miami International Boat Show. Een voorproefje op een schonere toekomst voor schippers en watersportliefhebbers. 

Lang voordat de overheid en industrie in hoog tempo schonere, meer CO2-neutrale motorvoertuigen ontwikkelden, experimenteerde Yamaha al met van alles en nog wat, van elektrische motorfiets tot methanol-brandstofcellen. De vindingrijkheid van het bedrijf is in de loop der tijd niet afgenomen. In de afgelopen jaren heeft het bedrijf onderzoek gedaan naar een motorfiets op water, een bestuurbare elektrische aandrijving voor de scheepvaart en verwisselbare accu’s voor motorfietsen. En er is hard gewerkt aan een 5,0-liter V8 waterstofverbrandingsmotor voor niemand minder dan Toyota, misschien wel de bekendste voorstander van waterstof. 

Als bijdrage aan de CO2-neutraliteitsdoelen, is Yamaha van plan om door te gaan met zijn meervoudige strategie voor schone energie. Daarbij zet het bedrijf ook stevig in op het verminderen van emissies tijdens het gebruik van Yamaha-producten, waaronder motorfietsen, waterscooters en buitenboordmotoren. 

Yamaha realiseert zich dat verschillende producten en markten verschillende benaderingen van schone energie vereisen. De waterweerstand tijdens het varen, de sterk variërende behoeften (commerciële visserij, recreatie, etc.) en de lage vermogensdichtheid maken elektrische batterijsystemen volgens het bedrijf niet de meest praktische oplossing voor veel maritieme toepassingen.  Daarom zet het bedrijf ook in op CO2-neutrale synthetische brandstoffen, brandstofcellen en waterstofmotoren.

Net als Yamaha’s waterstofmotoren op land, levert de waterstofbuitenboordmotor een motor die geen CO2 uitstoot. Aanvullende specificaties en achtergrondinformatie geeft Yamaha volgende maand vrij tijdens de Boat Show in Miami. 

Versnelling waterstofcorridor tussen Nederland en Duitsland

Marktpartijen en netbeheerders uit Nederland en Duitsland willen versneld een grensoverschrijdend waterstofnetwerk realiseren. Doel is om de Nederlandse productie en import van waterstof te verbinden met de Duitse industrie. Om het belang ervan kracht bij te zetten ondertekenden Nederlandse en Duitse infrastructuurbedrijven, energiebedrijven en overheden in Duisburg overeenkomsten over het ontwikkelen van een waterstofcorridor tussen Nederland en Duitsland. En over het gebruik ervan.

De ondertekeningen voor een grensoverschrijdend waterstofnetwerk vonden plaats tijdens het bezoek van koning Willem-Alexander aan verschillende waterstofprojecten in het Duitse Noordrijn-Westfalen half november. Parallel aan het werkbezoek van de koning namen een veertigtal Nederlandse bedrijven deel aan een economische missie op waterstof onder leiding van staatssecretaris Hans Vijlbrief van Economische Zaken.

Grensoverschrijdend waterstofnetwerk

Gasunie-dochter Hynetwork Services en de Duitse netbeheerders Open Grid Europe en Thyssengas tekenden onder toeziend oog van koning Willem-Alexander een samenwerkingsovereenkomst. De overeenkomst betrof de aansluiting van de nationale waterstofnetwerken tussen Nederland en Duitsland. Tijdens het aansluitende ‘H2 Connect event’ tekenden zes energiebedrijven, bp, Uniper, E.ON/Essent, Onyx Power, Equinor en ENGIE, een intentieverklaring. Daarin gaven zij aan via Nederland waterstof te willen transporteren naar (industriële) afnemers in Duitsland, waaronder Noordrijn-Westfalen. Bovendien maakten het Duitse energiebedrijf EnBW en de Rotterdamse importterminal ACE Terminal daar bekend samen te willen werken. Doel van de samenwerking is om waterstof uit de geplande faciliteiten van ACE Terminal in de Rotterdamse haven aan de Duitse klanten te kunnen leveren.

Nederland energiehub

Nederland wordt gezien als koploper in de duurzame waterstoftransitie. Het heeft de ambitie om zowel als importeur, producent en exporteur van waterstof een belangrijke rol te spelen. Waterstof speelt een cruciale rol bij de energietransitie, bijvoorbeeld in de industrie en transportsector. Hiervoor zijn zowel in Nederland als in Duitsland grote volumes waterstof nodig. De deelstaat Noordrijn-Westfalen wil met behulp van waterstof een klimaatneutrale industriële regio ontwikkelen. Met waterstof moet de Duitse deelstaat de CO2-uitstoot met 25% verminderen. Het is daarbij voor ongeveer 70% afhankelijk van waterstofimport. Een betrouwbare aanvoer van waterstof tegen concurrerende prijzen is dus nodig.

Strategische kansen

Voor Nederland biedt het grensoverschrijdend waterstofnetwerk strategische kansen om zich te ontwikkelen als energiehub voor waterstof naar Duitsland. Het tijdig beschikbaar zijn van een grensoverschrijdend waterstofnetwerk (transport en opslag) is daarbij essentieel en kan de basis vormen van een toekomstige Europese waterstofmarkt. Nederland en Duitsland werken samen aan een groene waterstofketen. De buurlanden bouwen samen aan capaciteit voor productie en invoer, infrastructuur en extra kennis van duurzame waterstof.

Lees ook: NLR en ROGER bouwen testfaciliteit voor groene waterstof

Foto: Roman via Pixabay
Bron: Gasunie

Aanleg landelijk waterstofnetwerk gestart

Koning Willem-Alexander verrichte op vrijdagmiddag 27 oktober de starthandeling voor de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk in Nederland. Hij deed dat op het bouwterrein van Gasunie-dochter Hynetwork Services in de Rotterdamse haven. Daar legt aannemer Visser & Smit Hanab het eerste deel van het landelijke netwerk aan. Het landelijke waterstofnetwerk zal ongeveer 1,5 miljard euro kosten. Het verbindt vanaf 2030 de grote industriële regio’s in Nederland met elkaar en met Duitsland en België. Vorig jaar kreeg Gasunie van het kabinet de opdracht het waterstofnetwerk te ontwikkelen.

Na de officiële start kreeg Koning Willem-Alexander een rondleiding over de bouwplaats door medewerkers van Gasunie en de aannemer. Bij de aanleg wordt gewerkt met duurzaam, emissieloos materieel. Gasunie maakt onder meer gebruik van HyTap. Dit is een unieke techniek om eindgebruikers veilig aan te kunnen sluiten op de waterstofleidingen. Aansluitend sprak de koning met diverse betrokken organisaties uit binnen- en buitenland over de verduurzaming van het bedrijfsleven, de rol van waterstof binnen een duurzaam energiesysteem, het transport van waterstof en over importmogelijkheden.

Verduurzaming

Waterstof speelt een cruciale rol bij de verduurzaming van de energievoorziening. Bijvoorbeeld in de verduurzaming van industrie en zwaar transport. Eén van de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een waterstofmarkt is de infrastructuur voor transport en opslag. Door als eerste Europese land de infrastructuur voor waterstof op orde te hebben, kan Nederland een belangrijk knooppunt voor duurzame energie zijn.

Eerste deel waterstofnetwerk

Het eerste deel van het waterstofnetwerk is een traject van meer dan 30 kilometer. Het loopt in Rotterdam van de Tweede Maasvlakte naar Pernis. Naar verwachting zal het in 2025 in gebruik genomen worden. Het landelijke netwerk krijgt uiteindelijk een lengte van 1.200 kilometer. Het bestaat grotendeels uit bestaande aardgasleidingen die zullen worden hergebruikt. Het netwerk zal verbindingen hebben met grootschalige waterstofproductiefaciliteiten, importterminals in de zeehavens en bedrijven in binnen- en buitenland die waterstof gaan gebruiken om te verduurzamen.

Nieuwe mijlpaal

Han Fennema, CEO Gasunie: ‘Vandaag start de aanleg van het Nederlandse waterstofnetwerk en dat vervult ons met trots. Het markeert een nieuwe mijlpaal in de transitie naar een duurzamere energievoorziening in Nederland en Noordwest-Europa. Graag wil ik al onze partners bedanken voor het mogelijk maken hiervan. Dankzij de grote inzet van alle betrokkenen kunnen we vandaag beginnen met de bouwfase.’

Waterstofambities

Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie: ‘De start van de bouw van het waterstofnetwerk vandaag is een belangrijke mijlpaal. Nederland heeft grote waterstofambities: waterstof is bij uitstek geschikt om onze industrie te verduurzamen en biedt economische kansen voor Nederland als belangrijke schakel in Noordwest-Europa. Dit landelijke netwerk is daarvoor onmisbaar. Ik ben trots dat wij als eerste land starten met de bouw van een nationaal netwerk.’

Bron: Gasunie

Testcentrum voor verwarmingstoestellen die op waterstof werken

Dit najaar start verwarmingsproducent Nefit Bosch in Deventer met de realisatie van een testcentrum voor verwarmingstoestellen die op waterstof werken. Het bedrijf ontwikkelde enkele jaren geleden al een cv-ketel die geschikt is voor waterstof. Naast waterstofketels werkt Bosch in Nederland ook aan componenten voor elektrolyzers waarmee groene waterstof kan worden geproduceerd.

Waterstof wordt door velen gezien als een veelbelovend alternatief voor aardgas in de gebouwde omgeving. Er is inmiddels al aangetoond dat de bestaande gasinfrastructuur zonder grootschalige aanpassingen kan worden gebruikt voor de distributie van waterstof.

Waterstof en warmtepompen

Nefit Bosch is sinds 2004 onderdeel van de internationale Bosch groep. Naast warmtepompen en andere elektrische oplossingen, richt Bosch zijn R&D activiteiten ook op waterstof. Om het waterstoftestcentrum op de locatie van Nefit Bosch in Deventer te huisvesten, zal een bestaande productiehal worden heringericht en verbouwd. “Dit is mogelijk omdat de productie van cv-ketels grotendeels wordt geclusterd in Bosch-fabrieken in het buitenland.” Dat zegt Markus Baumeister, directeur engineering bij Nefit Bosch. “Hierdoor komt er bijna 4000 m² vrij in de productiehal.’’

Testcentrum

Een derde deel van de productiehal wordt ingericht als testcentrum. Dit is inclusief een goed uitgeruste werkplaats voor het bouwen van prototypes. Tweederde van deze ruimte zal het bedrijf gebruiken voor andere activiteiten. Denk daarbij aan een configuratiecentrum voor prefab oplossingen en de productie van (dak)warmtepompen. ‘’Oost NL, de ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland, en de gemeente Deventer ondersteunden ons bij de uitbreiding. Ze brachten ons testcentrum onder de aandacht bij partijen in de regio en daar buiten’’, aldus Baumeister.

Groene waterstof

Voor waterstoftests gelden andere regels en ze vereisen andere voorzieningen, met name op het gebied van veiligheid. “We deden altijd al veel onderzoek naar de verbrandingseigenschappen van aardgas en propaan. We breiden nu de laboratoriumcapaciteit aanzienlijk uit en voegen waterstof toe aan ons onderzoek”, legt Baumeister uit. Voor de tests zal overwegend groene waterstof worden gebruikt. Aan de voorzijde van de huidige productiehal wordt hiertoe een waterstofstation gerealiseerd met tube trailers voor de aanvoer van waterstof. Mogelijk gaat Nefit Bosch in een later stadium zelf groene waterstof opwekken met een eigen elektrolyzer, die mede door een ander onderdeel van Bosch in Tilburg wordt ontwikkeld.

H2 Ready cv-ketel

Hoewel installateurs niet direct met waterstof aan de slag hoeven, benadrukt Baumeister dat groene waterstof op termijn een component van de energiemix voor de gebouwde omgeving kan worden. “Nu hybride warmtepompen steeds populairder worden, kan de combinatie met een waterstofketel interessant zijn als CO2-vrije oplossing. Dit omdat je dan profiteert van de voordelen van beide bronnen”, zegt Baumeister. “Onze H2 Ready cv-ketel kan binnen een uur worden omgezet van aardgas naar waterstof. Met de investeringen die we nu doen in het testcentrum zijn we klaar voor het moment dat de Nederlandse of Europese politiek besluit dat waterstof een onderdeel van de energiemix zal zijn. Certificering zal daar ook bij horen.’’

Lees ook: Landelijk waterstofnetwerk gaat van start in Rotterdam

Opslag groene waterstof in rotsformatie: Uniper start proef

Het HyStorage onderzoeksproject heeft als doel de invloed van waterstof op poreuze rotsformaties te onderzoeken. Dit om de haalbaarheid en integriteit van porieopslagfaciliteiten voor waterstofopslag te bepalen. Voor dit doel zette het projectteam een gespecialiseerde gastechnische eenheid voor de opslagtest op. Dit gebeurde op een aangewezen boorlocatie op de locatie Bierwang van Uniper Energy Storage. De inbedrijfstelling is momenteel aan de gang en de eerste injectie van waterstof zal vanaf september plaatsvinden.

De waterstofopslag test is bedoeld om verschillende mengsels van methaan en waterstof met een waterstofgehalte van 5%, 10% en 25% in het aardgas te injecteren. Dit gebeurt in een kleiner voormalig aardgasreservoir. Na een periode van ongeveer drie maanden zal het mengsel weer worden opgepompt. De opslagcapaciteit is onafhankelijk van de bestaande aardgasopslag in Bierwang.

Veelbelovend project

“Waterstof speelt een cruciale rol in onze nieuwe strategie en HyStorage maakt deel uit van de uitvoering daarvan. HyStorage is een veelbelovend project om de bestaande aardgasinfrastructuur te testen op de mogelijke overgang naar groene waterstof. Het zal ook helpen om de energietransitie te versnellen en tegelijkertijd de leveringszekerheid voor onze klanten te garanderen. Het project zal inzicht geven in hoe opslag in poreus gesteente en technische gasfaciliteiten zullen presteren wanneer de waterstofeconomie op gang komt.” Dat zegt Doug Waters, Managing Director van Uniper Energy Storage.

Duurzame energiebronnen

“De vraag naar opslagcapaciteit zal groeien naarmate duurzame energiebronnen zich uitbreiden. Er zijn realistische data nodig om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen. Opslag in poreus gesteente heeft niet alleen een enorm potentieel om flexibiliteit te bieden voor de opkomende waterstofmarkt. Het biedt bovendien de mogelijkheid om verbinding te maken met Europese waterstofcorridors.”

Ondergrondse waterstofopslag

Waterstof wordt een essentieel element voor het koolstofvrij maken van de Europese energiemarkt. Naast de exploitatie van pijpleidingen voor zuivere waterstof zal ook het aandeel waterstof in het aardgasnet toenemen. Op die manier zal het de ondergrondse gasopslagfaciliteiten bereiken. Opslagfaciliteiten in poreus gesteente hebben het grote voordeel dat ze een groot volume kunnen bieden voor vluchtige hernieuwbare energiebronnen.

Uitwisseling Waterstoftransport en -opslag

“De toekomstige waterstofinfrastructuur moet veilig en betrouwbaar functioneren. Dit omvat ook de uitwisseling tussen waterstoftransport en waterstofopslag. Het monitoren van de gaskwaliteit tijdens injectie en onttrekking is onze focus in dit project. Hierdoor kunnen we waterstof of aardgas-waterstofmengsels binnen de vereiste kwaliteit transporteren als onderdeel van de energiemix van de toekomst,” zegt Dr. Thomas Hüwener, lid van de raad van bestuur van OGE.

Ervaring

“Met onze ‘Underground Sun Storage’-projecten in Oostenrijk hebben we waardevolle ervaring opgedaan met betrekking tot productie van waterstof en de opslag ervan in reservoirs van poreus gesteente. We zien het duurzame gebruik van onze opslagfaciliteiten en gasinfrastructuur voor waterstof als een essentiële bijdrage om de toekomst van hernieuwbare energie mogelijk te maken en de voorzieningszekerheid te handhaven,” zegt Markus Mitteregger, CEO van RAG Oostenrijk.

Decarbonisatie

“HyStorage levert een bijdrage aan de decarbonisatie van ons bedrijf. Via HyStorage willen we de opslag van gas-waterstofmengsels in ondergrondse opslag beter onderzoeken, ook met het oog op mogelijke investeringen in waterstofinfrastructuur,” zegt Egbert Laege, CEO van SEFE.

Data verzamelen

Voor waterstofopslag in reservoirs van poreus gesteente is een individueel onderzoek van de locaties vereist. De expertise van de ervaren projectpartners en de wetenschappelijke ondersteuning van de test zorgen ervoor dat de verzamelde data volledig worden geanalyseerd en geëvalueerd. Dit is nodig zodat al in 2024 betrouwbare technische beoordelingen voor de opslag van waterstof in poreuze rotsformaties kunnen worden verwacht.

Consortium

Uniper Energy Storage is de projectleider van het consortium, exploitant en verantwoordelijk voor de test volgens de mijnbouwwetgeving. Het consortium bestaat verder uit de bedrijven OGE, RAG Austria, SEFE Securing Energy for Europe en NAFTA, die hun expertise inbrengen. Daarnaast wordt het consortium ondersteund door interdisciplinaire partners uit industrie en wetenschap. Het project is goedgekeurd door de Southern Bavarian Mining Authority.

Bron: Uniper, Foto: Het HyStorage waterstofopslag project wordt uitgevoerd op de boorlocatie BW B6 in de opslaginstallatie Bierwang. (Bron: Uniper Energy Storage)

Landelijk waterstofnetwerk gaat van start in Rotterdam

Gasunie heeft het investeringsbesluit genomen voor het eerste deel van het landelijke waterstofnetwerk. De investering van dit eerste deel bedraagt ruim 100 miljoen euro. Het zal worden ontwikkeld door Gasunie’s dochteronderneming Hynetwork Services. De werkzaamheden starten na de zomer in Rotterdam. Het landelijke waterstofnetwerk zal ongeveer 1,5 miljard euro kosten. Het verbindt vanaf 2030 de grote industriële regio’s in Nederland en omliggende landen, zoals Duitsland en België.

Het landelijke netwerk zal uiteindelijk een lengte van 1.200 kilometer krijgen. Het zal grotendeels bestaan uit bestaande aardgasleidingen. Rotterdam zal als één van de zeehavens fungeren. Het is een belangrijke toegangspoort voor waterstof naar Noordwest-Europa. Waterstof kan via het netwerk worden getransporteerd naar industriële afnemers in Nederland en omringende landen, zoals Duitsland en België. Het eerste deel van het waterstofnetwerk loopt in Rotterdam van de Tweede Maasvlakte naar Pernis. Dit is een traject van meer dan 30 kilometer en zal naar verwachting in 2025 operationeel zijn.

Investeringsbesluit waterstofnetwerk

Hans Coenen, lid Raad van Bestuur Gasunie: ‘Ik ben er trots op dat we nu het investeringsbesluit kunnen nemen van de start van het landelijke waterstofnetwerk. Deze start markeert een belangrijke stap in de ontwikkeling van de waterstofketen, die wij samen met partners zetten. Hier past ook een woord van dank aan het Havenbedrijf Rotterdam, Shell Nederland en het ministerie van EZK voor de constructieve samenwerking en aan onze aandeelhouder voor het vertrouwen. Wij dragen graag bij aan de verduurzaming en leveringszekerheid van de energievoorziening in Nederland en andere landen in Noordwest Europa.”

Internationaal verbindende rol

Waterstof draagt bij aan de verduurzaming van de energievoorziening. Bijvoorbeeld in de verduurzaming van industrie en zwaar transport. Maar ook als grondstof in de chemie. Bovendien maakt de waterstofinfrastructuur verbindingen met het buitenland mogelijk. En het zorgt met de grootschalige opslagmogelijkheden voor extra flexibiliteit in onze groene energievoorziening.

Waterstofinfrastructuur

Gasunie kan een verbindende rol spelen in de energietransitie door waterstofinfrastructuur te ontwikkelen in Nederland, Duitsland en op de Noordzee. De aanleg van het landelijke netwerk in Nederlandstart na de zomer. Daarnaast draagt Gasunie ook in Noord-Duitsland met waterstofinfrastructuur (import, transport en grootschalige opslag) bij aan de Duitse en Europese waterstofstrategie. Bovendien heeft het Nederlandse kabinet plannen om Gasunie aan te wijzen voor de ontwikkeling van een waterstofnetwerk in de Noordzee. Dat zal de internationale verbindende rol verder versterken.

Europese energiehub voor waterstof

Vanaf 2030 verbindt het landelijk waterstofnetwerk de zeehavens met de grote industriële clusters (Eemshaven, Noordzeekanaalgebied, Rotterdam, Zeeland en Limburg) in ons land en met opslaglocaties voor waterstof. Ook worden er verbindingen met Duitsland (Ruhrgebied en Hamburg) en België gerealiseerd. Het bevordert de ontwikkeling van Nederland als een Europese energiehub voor waterstof en de groei van de internationale waterstofmarkt. Daarnaast draagt het bij aan de Europese energieonafhankelijkheid.

Bestaande leidingen

Het gebruik van bestaande leidingen, die beschikbaar komen door de afname van het aardgastransport, zal het milieu ten goede komen en de kosten verlagen. Ongeveer 85% van het netwerk zal bestaan uit hergebruikte aardgasleidingen, Dat is 75% goedkoper dan het aanleggen van nieuwe infrastructuur.

Lees ook: Havenbedrijf Rotterdam reserveert ruimte voor groene waterstoffabriek

Foto: Gasunie

Waterstofcorridor tussen Spanje en Nederland 

Het Spaanse energiebedrijf Iberdrola wil groene ammoniak exporteren naar Nederland. Dit om het vervolgens als waterstof via het landelijke waterstofnetwerk van Gasunie aan haar Europese klanten leveren. Hiermee komt een groene waterstofcorridor van Spanje naar Nederland tot stand. Om dit te realiseren tekende het Spaanse energiebedrijf intentieverklaringen met Gasunie en ACE Terminal. Iberdrola zal daarbij groene ammoniak naar Nederland exporteren via de geplande ACE importterminal in de haven van Rotterdam.

Iberdrola is naast Cepsa de tweede Spaanse energiekoploper waarmee de krachten worden gebundeld om de waterstofcorridor tussen het noorden en zuiden van Europa te realiseren. Dit gebeurt via de importfaciliteiten van ACE Terminal in de Rotterdamse haven en het Nederlandse landelijke waterstofnetwerk. ACE terminal slaat groene ammoniak op en converteert deze naar waterstof. Op deze manier is het mogelijk de waterstof in te voeden in het landelijke netwerk van Hynetwork Services. Het landelijke waterstofnetwerk van Hynetwork Services verbindt de grote industriële regio’s in Nederland en omliggende landen, zoals Duitsland en België, met elkaar. Onderdeel van dit landelijk transportnet zijn ook verbindingen met grootschalige opslagfaciliteiten voor waterstof, binnenlandse productie en importterminals in de zeehavens.

Waterstofcorridor – intentieverklaringen

De gezamenlijke verklaringen werden in het Spaanse Puertollano op de waterstofinstallatie van Iberdrola getekend in bijzijn van koning Willem-Alexander, de Spaanse koning Felipe en minister Rob Jetten voor Energie en Klimaat. Namens Hynetwork Services zette Helmie Botter, manager Business Development Hydrogen Gasunie, haar handtekening, De intentieverklaring werd door ACE Terminal getekend door de drie aandeelhouders: Gasunie Raad van Bestuurslid Ulco Vermeulen, CEO HES International Cees van Gent en namens Vopak Walter Moone, divisiedirecteur New Energies & LNG.

Grote waterstofambities

Minister Rob Jetten voor Energie en Klimaat: ‘Om te komen tot een klimaatneutraal energiesysteem en een duurzame industrie hebben Nederland en Europa grote waterstofambities. Internationale samenwerking is essentieel om de waterstofmarkt en de infrastructuur die daarbij nodig is te ontwikkelen. Binnen de EU heeft Spanje enorm veel kansen. Het is dan ook één van onze belangrijkste waterstofpartners. Uiteindelijk zijn het de bedrijven die het echt moeten gaan doen. Belangrijk dat dat nu al gebeurt. En dat Nederlandse en Spaanse bedrijven afspraken met elkaar maken over de levering van groene waterstof.’

Nederland waterstofland

Ulco Vermeulen, Raad van Bestuur Gasunie: ‘Nederland is uniek gepositioneerd om met waterstof de toegangspoort voor Noordwest Europa te worden. Met de Noordzee, de zeehavens als logistieke importhubs, grote industrieclusters én het beschikbare verfijnde landelijke waterstoftransportnetwerk, zijn alle ingrediënten aanwezig. Gasunie draagt op het gebied van grootschalige import, transport en opslag graag bij aan de realisatie van deze internationale waterstofketen.’

Open access terminal

Egbert Vrijen, projectdirecteur ACE Terminal: ‘We zijn verheugd dat Iberdrola onze open access terminal heeft gekozen voor de ontvangst, opslag en distributie van ammoniak als drager van groene waterstof. Na de eerder gesloten intentieverklaring met het Spaanse Cepsa voor de aanlevering van groene ammoniak, zetten we samen met Iberdrola een nieuwe stap in het tot stand brengen van de waterstofcorridor tussen Spanje en Nederland’.

Nederland is een van Europa’s toonaangevende innovators in waterstoftechnologie. Dat blijkt onder meer uit dit artikel.

Foto: Ulco Vermeulen (Gasunie), Cees van Gent (HES International), Jorge Palomar Herrero (Iberdrola), Helmie Botter (Hynetwork Services) & Walter Moone (Vopak).  Achtergrond: Minister Energie & Klimaat Rob Jetten, Ignacia Galán (CEO Iberdrola) & Koning Willem-Alexander

Havenbedrijf Rotterdam reserveert ruimte voor groene waterstoffabriek

Op de Maasvlakte ontwikkelt het Havenbedrijf Rotterdam een terrein van 11 ha. Dit terrein is geschikt voor de bouw van een grote groene waterstoffabriek. Aanleiding is de aanbesteding van het windpark IJmuiden Ver later dit jaar.

De minister voor Klimaat en Energie stimuleert in de aanbestedingsprocedure dat bedrijven een groot deel van de windenergie slim integreren in het energiesysteem. Productie van waterstof direct aan de kust is daarom een logische oplossing. Het voorkomt immers extra belasting van het hoogspanningsnet. Het is de bedoeling dat het windpark en de waterstoffabriek rond 2028 gereed zijn.

Capaciteit van 1 GW

Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam: “De realisatie van een waterstoffabriek met een capaciteit van 1 GW is de volgende schaalsprong in de productie van groene waterstof. Verschillende bedrijven zijn nu op de Maasvlakte bezig met de bouw. Of ze hebben vergevorderde plannen daartoe. Denk bijvoorbeeld aan electrolysers met een capaciteit van 200 tot 250 MW. Dat zijn voorlopig de grootste van Europa. Maar wij willen nu al ruimte bieden aan de volgende generatie waterstoffabrieken. Die fabrieken zijn naar verwachting vijf keer zo groot.”

Plannen

Verschillende bedrijven hebben alvast waterstof productieplannen. Ze willen in Rotterdam in totaal zo’n 1.350 MW (1,35 GW) elektrolyse realiseren. De ambitie van het Havenbedrijf is om in 2030 2 tot 2,5 GW elektrolyse te laten plaatsvinden. Dat komt binnen handbereik met deze ontwikkeling. Het Rijk streeft naar 4 GW in heel Nederland in 2030.

Windparken op zee

De komende jaren staat de bouw van steeds meer windparken op de Noordzee op de planning. Een deel van die groene opgewekte stroom zal dienen om groene waterstof mee te maken. Door elektrolyse is het mogelijk water (H2O) te splitsen in waterstof (H2) en zuurstof (O). Het is interessant om waterstof aan de kust te produceren aangezien er daarvoor geen extra hoogspanningskabels op het land nodig zijn. Ook is het aantrekkelijk om te produceren waar de belangrijkste afnemers zitten: de industrie.

Windpark IJmuiden Ver

Eind maart maakte de minister voor Klimaat en Energie de concept ministeriële regelingen bekend voor windpark IJmuiden Ver (kavel Beta). Doel is om hier een windpark met een capaciteit van 2 GW te realiseren dat rond 2028 gereed moet zijn. In de tweede helft van 2023 start de formele tenderprocedure. Verschillende partijen hebben hun interesse al kenbaar gemaakt. Daarom maakt het Havenbedrijf Rotterdam alvast 11 ha ruimte vrij op de Maasvlakte. Deze ruimte is exclusief voor de partij die deze aanbesteding wint en grootschalig groene waterstof wil produceren in Rotterdam.

Ruimte

Het terrein biedt ruimte tot 1 GW elektrolyse en ligt naast het nieuw te bouwen hoogspanningsstation Amaliahaven (380 kV) van Tennet. Hier komt straks de 2 GW gelijkstroomkabel van het windpark IJmuiden Ver kavel Beta aan. Alle groene stroom die meteen kan worden omgezet in waterstof komt daardoor niet op het elektriciteitsnet terecht. Hiermee wordt extra belasting van het net voorkomen. Bovendien zal de nieuwe waterstofleiding straks langs het terrein lopen. Het transport van de hier geproduceerde waterstof richting de afnemers kan daarmee efficiënt verlopen. Bovendien ligt het de locatie niet ver van de waterleiding van Evides.

Meer waterstoffabrieken

De geplande waterstoffabriek is niet de eerste die in Rotterdam zal worden gebouwd. Zo werd in december 2022 bijvoorbeeld aangekondigd dat het Havenbedrijf met Battolyser Systems zal samenwerken aan de Battolyser-fabriek die 1GW per jaar zal produceren.

Regionale warmtenetten

Het Havenbedrijf onderzoekt ook de mogelijkheid om de waterstoffabrieken op de Maasvlakte aan te sluiten op regionale warmtenetten. Die kunnen daardoor op termijn met ‘groene’ warmte huizen, kassen en kantoren verwarmen. Dit alles leidt ertoe dat de gekozen locatie strategisch erg interessant is voor de productie van groene waterstof.

Systeemintegratie

Het ministerie van EZK stimuleert in verschillende aanbestedingsprocedures voor windparken verschillende aspecten. Bij kavel Beta ligt de nadruk op systeemintegratie. Om het terrein uit te kunnen geven voor het maken van waterstof overlegt het Havenbedrijf met de gemeente en DCMR over wijziging van het bestemmingsplan. Het terrein is nu nog bestemd voor de opslag van containers.

Bron: Havenbedrijf Rotterdam

Afbeelding van Roman via Pixabay